Je kunt voorbeelden van ziekteverwekkers geven en weet hoe ze zich vermeerderen.
1. voorbeelden van ziekteverwekkers?
Bacteriën: Kleine levende wezens. Mensen worden vaak ziek door de gifstoffen (afvalstoffen) die bacteriën achterlaten.
Virussen: Heel kleine deeltjes die bestaan uit stukjes DNA of RNA. Ze dringen cellen binnen om zichzelf te vermenigvuldigen.
Schimmels: Groeien vaak op vochtige plekken en breken meestal dode weefsels af, zoals de huid.
Parasieten: Leven op of in een ander wezen (zoals mensen) en voeden zich ermee.
2. Hoe vermeerderen ziekteverwekkers zich?
Elke ziekteverwekker doet dit op zijn eigen manier:
Bacteriën: Ze delen zichzelf in tweeën. Hierdoor worden het er snel heel veel.
Virussen: Ze gaan een cel binnen en maken kopieën van zichzelf met behulp van het DNA van de cel. De cel gaat vaak kapot.
Schimmels: Ze maken sporen aan die in de lucht verspreiden. Als ze op een goede plek landen, groeien ze verder.
Parasieten: Ze leggen vaak eieren in hun gastheer. Uit die eieren komen nieuwe parasieten.