Beeldbeschrijving

Beeldbeschouwen:
Wat zie je?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Beeldbeschouwen:
Wat zie je?

Slide 1 - Tekstslide

Hallo allemaal!
-  spullen op tafel, iPad, etui
- Mobiel in de tas
- Tas in de vensterbank
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Materiaal, penseelvoering en textuur 
Elke kunstenaar heeft een eigen manier waarop hij/zij het penseel gebruikt, van schetsmatig tot heel nauwkeurig, van egaal en glad of ruw, ruig en borstelig. Dit heet penseelvoering. Onder textuur wordt het oppervlak van de verf verstaan, dat kan glad, ruw of grof zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Paul Cezanne (grof)
Mand met appelen 1893
Adriaen Coorte (fijn)
stilleven met asperges 1697

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Tames Oud
Schelpenzee 1938
Heel erg dik (pasteus) en grof

Slide 7 - Tekstslide

Contouren
Een kunstwerk bestaat uit verschillende, losse elementen, die samen een geheel vormen. 
De begrenzing van delen noemen we contouren of omtreklijnen. Contouren kunnen hard en lijnmatig zijn, maar ook brokkelig of zacht

Slide 8 - Tekstslide

Lijntekening
Schilderij kippen

Slide 9 - Tekstslide

Lineair - Picturaal
Sommige schilderijen zijn lineair, dat zijn tekenachtige, lijnmatige schilderijen. De contouren zijn scherp en duidelijk.
Picturaal: schilderachtige overheerst. Contouren zijn zacht en de overgangen vaag. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide