In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
1.3. Sta je sterk als consument?
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik 1.1 en 1.2
Hoe zat het ook alweer?
Slide 2 - Tekstslide
Oorzaken waarom behoeften verschillen
Slide 3 - Woordweb
Een dienst is
A
dat je voor iemand werkt en daarvoor betaald krijgt
B
dat je een product koopt wat je mee naar huis kan nemen
C
iets afnemen bij iemand om zo in je behoefte te voorzien
D
hetzelfde als goederen
Slide 4 - Quizvraag
Bijna iedereen in je vriendenkring heeft een bepaald paar schoenen, jij gaat ze daarom ook kopen. Hoe heet dit?
A
Commerciële beïnvloeding
B
Sociale beïnvloeding
C
Maatschappelijke beïnvloeding
D
Ouderlijke beïnvloeding
Slide 5 - Quizvraag
Je ziet in een folder een advertentie staan 'NU 2 VOOR DE PRIJS VAN 1'. Dit noemen we
A
Sociale beïnvloeding
B
Culturele beïnvloeding
C
Reclame
D
Commerciële beïnvloeding
Slide 6 - Quizvraag
20a: Op internet zie je dit bericht over Pokémon. Ernaast verschijnt een afbeelding van een bepaald type smartphone en het logo van KPN. Is dit sociale of commerciële beïnvloeding?
A
Sociale beïnvloeiding
B
Commerciële beïnvloeding
Slide 7 - Quizvraag
26c) Een fles shampoo kost normaal €4,60. Nu krijg je 35% korting. Bereken het bedrag van de korting.
A
€1,61
B
€1,62
C
€1,63
D
€1,64
Slide 8 - Quizvraag
1.3 Sta je sterk als consument?
Slide 9 - Tekstslide
Consumentenorganisaties
Onafhankelijk
Betrouwbare informatie
Vergelijkend warenonderzoek
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Vergelijkend warenonderzoek
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de gemiddelde prijs van een toestel?
Slide 13 - Open vraag
Deugdelijk product
Deugdelijk product = bij normaal gebruik moet het product een redelijke tijd mee gaan
Verkoper moet repareren, omruilen of je geld teruggeven!
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de NVWA en wat is de Warenwet?
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
De warenwet is
A
De wet die voedsel controleert
B
De wet die de waarde controleert van een product
C
De wet waarin staat dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid
D
De wet waarin staat dat een product voor eerlijke waarde verkocht moet worden
Slide 17 - Quizvraag
Garantie
Slide 18 - Woordweb
Garantie
de zekerheid dat een winkelier een product in orde maakt als daarmee binnen een bepaalde tijd iets mis is.
binnen EU: minimaal 2 jaar garantie op elektronische apparaten
let op: niet voor normale slijtage of fouten van jezelf!
Slide 19 - Tekstslide
En nu...
Ga aan de slag met de opdrachten van 1.3
Wanneer je vragen hebt, steek je je hand op en kom ik langs