Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
PRESENT SIMPLE (basis)
PRESENT SIMPLE
de tegenwoordige tijd
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
PRESENT SIMPLE
de tegenwoordige tijd
Slide 1 - Tekstslide
Eerst even een check!
Wat weten jullie nog over de Present Simple?
Slide 2 - Tekstslide
Je gebruikt de 'Present Simple', wanneer je praat over...
A
dingen die gebeuren, terwijl je erover praat
B
dingen die soms, vaak of regelmatig gebeuren
C
dingen die in het verleden zijn gebeurd
D
dingen die nog nooit zijn gebeurd
Slide 3 - Quizvraag
Het woord 'Simple' helpt je om het werkwoord..
A
zo kort en simpel mogelijk op te schrijven
B
dikgedrukt op te schrijven
C
op te schrijven met 'ing' erachter
D
met hoofdletters op te schrijven
Slide 4 - Quizvraag
Waar zie je een werkwoord in de Present Simple staan
A
I am walking
B
I walking
C
I walk
D
I walked
Slide 5 - Quizvraag
dus:
Nog even de herhaling:
Slide 6 - Tekstslide
Je gebruikt de Present Simple:
> als je praat over dingen die
nooit
,
soms
,
vaak
of
altijd
gebeuren.
I
never
watch films on TV
We
sometimes
study after school
My parents go to the theatre
every weekend
My friends
always
drink milk during lunch
His brothers visit a concert
each summer
Slide 7 - Tekstslide
Je gebruikt de Present Simple:
> als je praat over dingen die
nooit
,
soms
,
vaak
of
altijd
gebeuren.
I
never
watch
films on TV
We sometimes
study
after school
My parents
go
to the theatre
every weekend
My friends
always
drink
milk during lunch
His brothers
visit
a concert
each summer
Slide 8 - Tekstslide
Je gebruikt de Present Simple:
> als je praat over dingen die gewoon
een
feit
zijn.
I
work
in a restaurant
They
play
football
We
like
icecreams
Lions
eat
a lot of meat
Slide 9 - Tekstslide
Bij de Present Simple gebruik je:
> de korte 'simpele' vorm van het werkwoord
work
sleep
eat
drink
play
walk
jump
watch
ask
cry
help
go
Slide 10 - Tekstslide
Bij de Present Simple gebruik je:
> de korte 'simpele' vorm van het werkwoord
verandert nooit
!
I work
You work
We work
They work
sleep
sleep
sleep
sleep
drink
drink
drink
drink
play
play
play
play
Slide 11 - Tekstslide
BEHALVE...
...Bij een
he
,
she
en
it
I work
You work
he/she/it
work
s
We work
They work
You work
dit noemen we de SHIT-regel
bij
s
he/
h
e/
it
komt er een '
s
' achter het werkwoord!
Slide 12 - Tekstslide
Dit geldt dus ook voor
My brother
His sister
Your father
Susan
Eric
Our teacher
The dog
(he)
(she)
(he)
(she)
(he)
(he/she)
(it)
dus een 's' erachter
work
s
ask
s
help
s
eat
s
drink
s
help
s
bark
s
Slide 13 - Tekstslide
En
let even op
:
> Je kunt niet achter ieder werkwoord zomaar een '
s
' zetten
go
e
s
do
e
s
watch
e
s
kiss
e
s
catch
e
s
fix
e
s
crash
e
s
study > stud
ie
s
try > tr
ie
s
fly > tr
ie
s
Slide 14 - Tekstslide
Welke is de Present Simple?
A
I am walking in the park
B
I walks in the park
C
I walking in the park
D
I walk in the park
Slide 15 - Quizvraag
Welke is de Present Simple?
A
John is eating pizzas every weekend
B
John eating pizzas every weekend
C
John eat pizzas every weekend
D
John eats pizzas every weekend
Slide 16 - Quizvraag
Welke is de Present Simple?
A
His friends drinks coffee
B
His friends drinking coffee
C
His friends drinkes coffee
D
His friends drink coffee
Slide 17 - Quizvraag
A cat (drink) milk
Slide 18 - Open vraag
Angela (watch) TV every Friday
Slide 19 - Open vraag
We always (sleep) in a hotel
Slide 20 - Open vraag
My father never (go) to a supermarket
Slide 21 - Open vraag
He always (try) to escape
Slide 22 - Open vraag
...en dan nog even dit
Hoe zeg je dat je
NIET
iets doet...
...of dat iets
NIET
gebeurd
(dus een
ontkenning
maken)
Slide 23 - Tekstslide
Ik loop niet in het park
A
I don't walk in the park
B
I walking not in het park
C
I not walk in the park
D
I walk in the park not
Slide 24 - Quizvraag
Wij eten geen hamburgers
A
We not eat hamburgers
B
We eat hamburgers not
C
We don't eat hamburgers
D
We eat hamburgers don't
Slide 25 - Quizvraag
Hij slaapt niet in een hotel
A
He don't sleep in a hotel
B
He not sleeping in a hotel
C
He doesn't sleep in a hotel
D
He sleep in a hotel not
Slide 26 - Quizvraag
Je maakt een ontkenning...
Je zegt dus dat je
niet
iets doet met...
I
You
he/she/it
We
They
You
(SHIT-regel)
work
work
work
work
work
work
don't
don't
doesn't
don't
don't
don't
Slide 27 - Tekstslide
...maar wat nou,
als ik iets wil
VRAGEN
...?
Slide 28 - Tekstslide
Loop jij in het park elke zaterdag?
A
Walk you in the park every Saturday?
B
Do you walk in the park every Saturday?
C
Don't you walk in the park every Saturday?
D
Are you walking in the park every Saturday?
Slide 29 - Quizvraag
THE END
questions?
Slide 30 - Tekstslide
Spelen jullie altijd video games?
A
Play you always video games?
B
Are you always play video games?
C
Do you always play video games?
D
Are you always playing video games?
Slide 31 - Quizvraag
Eet hij altijd bij McDonalds?
A
Do he always eat at McDonalds?
B
Always is he eating at McDonalds?
C
Does he always eat at McDonalds?
D
Is he always eating at McDonalds?
Slide 32 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
PRESENT SIMPLE (deel 2)
Maart 2024
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
M 1 Present Simple (herhalen)
Juni 2022
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
PRESENT SIMPLE
September 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, t
Leerjaar 2
4 TL: Grammar Chapter 3 M. Deuzeman
Maart 2017
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3TL: Grammar 11 and 12 Theme 4 (M. Deuzeman)
Maart 2017
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Present simple (affirmative) Unit (2-)3
September 2024
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 2+3
Augustus 2021
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Engels verbs
Maart 2020
- Les met
13 slides
Middelbare school