Je leert wat perspectief is en welke soorten perspectieven er zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe merk je in het verhaal dat Janna zich niet goed voelt?
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je nog over spanning?
Schrijf alle begrippen en uitleg die je nog kent op.
timer
2:00
Schrijf in stilte.
Slide 4 - Tekstslide
Spanning
- identificatie
- emotionele spanning
- intellectuele spanning
Slide 5 - Tekstslide
H. 8 Perspectief (blz. 34)
Je leert wat perspectief is en welke soorten perspectieven er zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Perspectief: met wie je meekijkt in het verhaal.
- ik-verteller
Ik liep naar de supermarkt en dacht aan wat ik ging eten.
- personale verteller
Hij liep naar de supermarkt en dacht aan wat hij ging eten.
- auctoriale verteller
Hij liep naar de supermarkt, maar wist nog niet dat die vandaag gesloten was.
Slide 7 - Tekstslide
Toen herinnerde Roodkapje zich opeens haar oma weer en vlug stapte ze weer door. "Grootmoeder is ziek", zei ze bij zichzelf. "Ik moet geen vlinders najagen en geen liedjes meer zingen. Ik moet opschieten, zo gauw mogelijk het bos weer uit." Maar helaas had haar liedje de oren bereikt van de grote boze wolf die diep in het bos woonde. De wolf was sluw en listig en hij had altijd geweldige honger.
Slide 8 - Tekstslide
Beschrijf de ontmoeting tussen roodkapje en de wolf, maar gebruik nu het ik-perspectief.
Je beleeft het verhaal vanuit het perspectief van de wolf.