les 7. geschiedenis van de Nederlandse staatsinrichting in vogelvlucht
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wie maakte de grondwetherziening van 1848?
A
Willem I
B
Willem II
C
Abraham Kuyper
D
Thorbecke
Slide 5 - Quizvraag
Welke vrouwelijke arts voerde actie voor het vrouwen kiesrecht?
A
Aletta Jacobs
B
Suze Groeneweg
C
Caroline van der Plas
D
koningin Wilhelmina
Slide 6 - Quizvraag
De Verzuiling:
A
ontstond in het laatste kwart van de 19e eeuw
B
verdeelde Nederlanders in katholieken en protestanten
C
kwam tot stand door het werk van liberalen
D
verhinderde samenwerking in WO II
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer werd de Schoolstrijd opgelost?
A
1917
B
1925
C
1914
D
1919
Slide 8 - Quizvraag
Deze vraag gaat over de schoolstrijd in Nederland.
Over de betaling door de overheid van welke type onderwijs ging de schoolstrijd?
A
het speciaal onderwijs
B
het liberaal onderwijs
C
het bijzonder onderwijs
D
het openbaar onderwijs
Slide 9 - Quizvraag
Welke combinatie van politieke stroming, aanhang en politiek leider is juist?
A
Liberalisme - arbeiders - Thorbecke
B
liberalisme - hoge burgerij - Troelstra
C
socialisme - arbeiders -Troelstra
D
socialisme - hoge burgerij - Thorbecke
Slide 10 - Quizvraag
Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle
Slide 11 - Quizvraag
In dit jaar werd het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd
A
1914
B
1915
C
1916
D
1917
Slide 12 - Quizvraag
Drie grote veranderingen door de Pacificatie van 1917:
A
1. kiesrecht mannen en vrouwen,
2. einde schoolstrijd, en
3. nieuw kiesstelsel
B
1. kiesrecht mannen,
2. nieuwe koning, en
3. nieuw kiesstelsel
C
1. kiesrecht mannen,
2. einde schoolstrijd, en
3. nieuw kiesstelsel
D
1. kiesrecht mannen en vrouwen,
2. einde schoolstrijd, en
3. nieuw parlement
Slide 13 - Quizvraag
In dit jaar werd het algemeen kiesrecht ingevoerd; ook vrouwen mochten stemmen
A
1917
B
1918
C
1919
D
2015
Slide 14 - Quizvraag
Belangrijkste gevolgen van de Pacificatie (1)
Er komt een einde aan de Schoolstrijd: zowel Openbaar- als Bijzonder onderwijs krijgen nu geld van de overheid
Er komt Algemeen Kiesrecht voor mannen (vanaf 23 jaar)
Er komt kiesrecht voor vrouwen (1917: passief kiesrecht, 1919: actief kiesrecht)
Slide 15 - Tekstslide
Belangrijkste gevolgen van de Pacificatie (2)
Er komt een verandering van het kiesstelsel: het districtenstelsel wordt vervangen door evenredige vertegenwoordiging. Dit hebben we tegenwoordig nog steeds.
Einde van de politieke macht van de Liberalen: pas in 2010 komt er weer een Liberale minister-president, Mark Rutte
Slide 16 - Tekstslide
Herhaling! Waar streefden de sociaal-democraten naar?
A
De socialisten wilden dat
alles bij het oude bleef.
B
De socialisten wilden dat ook het bijzonder onderwijs betaald werd.
C
De socialisten wilden dat er algemeen kiesrecht kwam.
D
De socialisten wilden dat vrouwen gelijke rechten hadden als mannen.
Slide 17 - Quizvraag
Herhaling! Waar streefden de protestanten naar?
A
De protestanten wilden dat
alles bij het oude bleef.
B
De protestanten wilden dat ook het bijzonder onderwijs betaald werd.
C
De protestanten wilden dat er algemeen kiesrecht kwam.
D
De protestanten wilden dat vrouwen gelijke rechten hadden als mannen.
Slide 18 - Quizvraag
Herhaling! Waar streefden de feministen naar?
A
De feministen wilden dat
alles bij het oude bleef.
B
De feministen wilden dat ook het bijzonder onderwijs betaald werd.
C
De feministen wilden dat er algemeen kiesrecht kwam.
D
De feministen wilden dat vrouwen gelijke rechten hadden als mannen.
Slide 19 - Quizvraag
Herhaling! Waar streefden de katholieken naar?
A
De katholieken wilden dat
alles bij het oude bleef.
B
De katholieken wilden dat ook het bijzonder onderwijs betaald werd.
C
De katholieken wilden dat er algemeen kiesrecht kwam.
D
De katholieken wilden dat vrouwen gelijke rechten hadden als mannen.
Slide 20 - Quizvraag
Herhaling! Waar streefden de conservatieve liberalen naar?
A
De conservatieve liberalen
wilden dat alles bij het oude bleef.
B
De conservatieve liberalen wilden dat ook het bijzonder onderwijs betaald werd.
C
De conservatieve liberalen wilden dat er algemeen kiesrecht kwam.
D
De conservatieve liberalen wilden dat vrouwen gelijke rechten hadden als mannen.
Slide 21 - Quizvraag
Wie zal er niet tevreden zijn met de Pacificatie van 1917?
A
socialisten
B
katholieken
C
protestanten
D
feministen
Slide 22 - Quizvraag
Aletta Jacobs is teleurgesteld dat er geen actief vrouwenkiesrecht kwam.
Abraham Kuyper is tevreden met de betaling van bijzonder onderwijs.
Troelstra is tevreden met het actief mannenkiesrecht en het passief vrouwenkiesrecht.
Slide 23 - Tekstslide
oefenen!
telefoon bij de hand?!
Slide 24 - Tekstslide
Wat gebeurde er in 1815?
A
Congres van Wenen
B
Het Koninkrijk der Nederlanden ontstond
C
Duitsland werd een keizerrijk
D
De Franse Revolutie begint
Slide 25 - Quizvraag
Nederland kreeg het fundament van haar huidige grondwet in:
A
1814
B
1848
C
1887
D
1917
Slide 26 - Quizvraag
opdracht emancipatie groepen of opdracht ppt ka 36
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Caoutchouc-artikel
Het Caoutchouc-artikel ("rubberen artikel") is artikel 80 uit de Nederlandse Grondwet van 1
887. Hierin werd het kiesrecht toegekend aan alle volwassen mannelijke inwoners die konden aantonen dat zij beschikten over "kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand". Deze bepaling kwam in de plaats van het censuskiesrecht dat het kiesrecht voorbehield aan mensen die een minimumbedrag aan belasting betaalden. Doordat de begrippen "geschiktheid" en "maatschappelijke welstand" niet verder werden ingevuld bleek het in de volgende discussies over de uitbreiding van het kiesrecht mogelijk om de eisen uit het artikel steeds lager te stellen. Als gevolg hiervan steeg het percentage kiesgerechtigde mannen tussen 1890 en 1910 van 14 naar 65 %, zonder dat de grondwet gewijzigd hoefde te worden. Aan deze flexibiliteit dankte het artikel zijn naam "caoutchouc"-artikel.
Ministeriële verantwoordelijkheid is de staatsrechtelijke rechtsfiguur waarbij de ministers en niet het staatshoofd, de Koning, verantwoordelijk zijn voor de daden van het staatshoofd. De verantwoordelijkheid wordt meestal afgelegd in het parlement. Dit principe is daarom een belangrijk beginsel in landen met een parlementair systeem en geldt in de meeste hedendaagse democratieën.
Het Caoutchouc-artikel ("rubberen artikel") is artikel 80 uit de Nederlandse Grondwet van 1
887. Hierin werd het kiesrecht toegekend aan alle volwassen mannelijke inwoners die konden aantonen dat zij beschikten over "kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand". Deze bepaling kwam in de plaats van het censuskiesrecht dat het kiesrecht voorbehield aan mensen die een minimumbedrag aan belasting betaalden. Doordat de begrippen "geschiktheid" en "maatschappelijke welstand" niet verder werden ingevuld bleek het in de volgende discussies over de uitbreiding van het kiesrecht mogelijk om de eisen uit het artikel steeds lager te stellen. Als gevolg hiervan steeg het percentage kiesgerechtigde mannen tussen 1890 en 1910 van 14 naar 65 %, zonder dat de grondwet gewijzigd hoefde te worden. Aan deze flexibiliteit dankte het artikel zijn naam "caoutchouc"-artikel.
Ministeriële verantwoordelijkheid is de staatsrechtelijke rechtsfiguur waarbij de ministers en niet het staatshoofd, de Koning, verantwoordelijk zijn voor de daden van het staatshoofd. De verantwoordelijkheid wordt meestal afgelegd in het parlement. Dit principe is daarom een belangrijk beginsel in landen met een parlementair systeem en geldt in de meeste hedendaagse democratieën.