HV1 - H2 Grammatica Woordsoorten

Welkom klas 1E
Ga rustig zitten en pak je leesboek:
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 1E
Ga rustig zitten en pak je leesboek:

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Herhalen:
ZN
LW

Uitleg nieuwe onderdeel:
Bijvoeglijk naamwoord

Tijd voor huiswerk?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een 'fiets' voor soort woord?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quizvraag

Zelfstandig naamwoord
• Alle woorden waar je 'de', 'het' en 'een' voor kunt zetten
• Mensen, namen, dieren, dingen, plaatsnamen, etc.

• Je kunt het er een verkleinwoord van maken (tje of je).

Slide 4 - Tekstslide

Wat is 'de' voor soort woord?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bepaald lidwoord
D
onbepaald lidwoord

Slide 5 - Quizvraag

Wat is 'het' voor soort woord in deze zin:
Hoe is het met je?
A
BLW
B
OLW
C
ZN
D
geen van alle

Slide 6 - Quizvraag

Wat is 'het' in deze zin:
Het hondje ging braaf met zijn baasje mee.
A
BLW
B
OLW
C
ZN
D
Geen van deze

Slide 7 - Quizvraag

Aan het eind van de les.....
  • kan ik bijvoeglijke naamwoorden herkennen
  • weet ik wat stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden zijn

Slide 8 - Tekstslide

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 9 - Quizvraag

 H2 Grammatica woordsoorten
Bijvoeglijk naamwoord
Vertelt iets over het zelfstandig naamwoord.
Bv. 'Wat een spannende film.' 
Spannende vertelt iets over het ZN film.

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 
zegt van welke stof iets gemaakt is.
Bv. 'Een zilveren armband.'  

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?
A
voetbal
B
boomstam
C
roze
D
peren

Slide 11 - Quizvraag

zelfstandig naamwoord
 Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos

Lokalen
klein

Slide 12 - Sleepvraag

 H2 Grammatica
Een bijvoeglijk naamwoord:
- staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord
- heeft vaak een korte en een lange vorm. Bv. sterk/sterke, droog/droge, gek/gekke
- Kent de 'trappen van vergelijking. Bv. gaaf-gaver-gaafst

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord heeft maar één vorm
en eindigt vaak op -en. Bv. koperen, houten. 
Het staat altijd vóór het Z.N. 
Heeft géén trappen van vergelijking.

Slide 13 - Tekstslide

lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
computeren
zilveren
mooie
meisje
de

Slide 14 - Sleepvraag

Opdracht deze les


- H2 grammatica: alle opdrachten

Klaar?
- Leesboek lezen

Slide 15 - Tekstslide

Ik kan bijvoeglijke naamwoorden herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Huiswerk
Grammatica woordsoorten H2: 
Bijvoeglijk naamwoord





Slide 17 - Tekstslide