Zelfstandig naamwoord (zn)
• Alle woorden waar je
'de', 'het' en
'een' voor kunt zetten
• Mensen, namen, dieren, dingen, plaatsnamen, etc.
• Je kunt het er een verkleinwoord van maken, huis-huisje, kameraad-kameraadje enz.
* Een zn heeft meestal een enkelvoud en een meervoud: huis-huizen, kameraad- kameraden enz.