2.1 Weer en klimaat in Europa & 2.2 Beschikbaarheid van water

§2.1 Weer en klimaat in Europa

§2.2 Beschikbaarheid van water





Mavo 4
Thema: Weer & klimaat
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

§2.1 Weer en klimaat in Europa

§2.2 Beschikbaarheid van water





Mavo 4
Thema: Weer & klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Leervraag
Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen het weer en het klimaat in Spanje en Nederland?

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst...

Slide 3 - Tekstslide

Bij de Wet van Buys Ballot stroomt hoge luchtdruk altijd
A
Naar links
B
Naar een lage drukgebied
C
Naar hoog luchtdrukgebied
D
Naar rechts

Slide 4 - Quizvraag

Op het Noordelijk Halfrond heeft de wind een afwijking naar....
A
Links
B
Rechts

Slide 5 - Quizvraag

Welke soort regen zie je hiernaast?
A
Stijgingsregen
B
stuwingsregen
C
frontale regen
D
afstromende regen

Slide 6 - Quizvraag

Welke soort regen zie je hiernaast?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen
D
Afstromende regen

Slide 7 - Quizvraag

Nederlandse zomer?
Spaanse zomer?

Slide 8 - Tekstslide

Verklaring
De belangrijkste oorzaak van dit verschil is de invloed van lage- en hoge drukgebieden.

  • In de buurt van NL komen warme lucht vanuit het zuiden en koude lucht vanuit het noorden bij elkaar. Er ontstaan depressies (L-drukgebieden).

  • Boven Spanje hangt een H-drukgebied. Als het hogedrukgebied bij Spanje zwak is, dan kan een depressie ook boven Spanje voorkomen. Dit gebeurt vaker in de winter dan in de zomer.



Slide 9 - Tekstslide

Koufront
Omdat bij koufronten de koude lucht de warme lucht verdrijft, zijn koufronten feller dan warmtefronten. Koude lucht is namelijk zwaarder dan warme lucht, en de koude lucht “drukt” zich dus met veel geweld onder de warme lucht. Dit betekent dat de warme lucht wordt gedwongen om op te stijgen. De warme lucht komt dan hoger in de atmosfeer terecht, waar de temperatuur lager is. Hierdoor condenseert het vocht in deze luchtmassa en ontstaan wolken.


Slide 10 - Tekstslide

Koufront op de kaart

Slide 11 - Tekstslide

Warmtefront
 Bij een warmtefront verdrijft de warme lucht de koude lucht, maar omdat de koude lucht veel zwaarder is dan de warme lucht, gaat dit behoorlijk moeilijk. Je zou dus kunnen zeggen dat de koude lucht “sterker” is dan warme lucht. Als gevolg hiervan glijdt de warme lucht over de koude lucht heen. Dit gaat dus veel minder agressief dan bij een koufront, waar de koude lucht de warme lucht aan de kant beukt. De lucht stijgt op een warmtefront dus minder hard.

Slide 12 - Tekstslide

Warmtefront op de kaart

Slide 13 - Tekstslide

Fronten op de kaart
Fronten op Buienradar

Slide 14 - Tekstslide

Tropische klimaten
Tropisch = warm en vochtig! Tussen de keerkringen! 
B: Tropisch regenwoud: hele jaar door regen en + 18 graden
A: Savanne klimaat: heeft een droge periode 

Slide 15 - Tekstslide

Droge klimaten 
Warm en droog 
--> rond de 30 graden NB/ZB door H-drukgebied.
Steppe: tussen de 150 en 300 mm regen per jaar. 
woestijn: minder dan 100/150 mm neerslag per jaar. 

Slide 16 - Tekstslide

gematigde klimaten 
= veel invloed van zee, dus gematigde werking 
A Gematigd zeeklimaat (klein verschil zomer en winter)
B: Middellands zeeklimaat: droge zomer en warme zomer met zachte winter 

Slide 17 - Tekstslide

landklimaat 
Land warmt snel op en koelt snel af, dus weinig tot geen invloed van zee. 
Temperatuur tussen winter en zomer is erg groot. 

Slide 18 - Tekstslide

Koude of Poolklimaten 
Hooggebergteklimaat : erg koud door hoogteligging
Pool/ sneeuwklimaat: niet boven de 10 graden Celsius--> geen begroeiing mogelijk in de zomer 
Toendraklimaat: wel boven de 10 graden Celsius in de zomer --> begroeiing mogelijk 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Klimaten in Spanje

Slide 21 - Tekstslide

§2.2 Beschikbaarheid van water





Mavo 4
Thema: Weer & klimaat

Slide 22 - Tekstslide

Leervraag
Hoe is het gesteld met de beschikbaarheid van water in Spanje en Nederland?

Slide 23 - Tekstslide

Voldoende neerslag?
Om dit te kunnen bepalen moet er naar de volgende 3 dingen gekeken worden:\

  1. Neerslagverdeling (waar veel regen? / waar bijna niets?);
  2. Periode waarin de neerslag valt;
  3. Neerslagintensiteit (hoeveelheid neerslag per uur/dag).

Slide 24 - Tekstslide

Klimaten in Spanje
Neerslag in Spanje

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Waterbalans
Beschikbaarheid van water kun je aflezen op een waterbalans.
  • Meer neerslag dan verdamping = positieve waterbalans
  • Meer verdamping dan neerslag = negatieve waterbalans

  • Zomers van Spanje vaak negatieve waterbalans (vooral Steppe).
  • Nederland over het algemeen een positieve waterbalans. Maar klimaatverandering zorgt voor een afname in de nuttige neerslag.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Landbouw en toerisme
  • Veel gebieden in Spanje is irrigatie van landbouwgronden nodig.
  • Irrigatie leidt tot verzilting.
  • Oplossing is goede drainage of druppelirrigatie.

  • Wat is de relatie tussen het klimaat en het soort landbouw?

Slide 29 - Tekstslide

Wat moet ik doen?
2.1 Maak opdracht 1a - 2 - 3 -4a - 5bc
2.2 Maak opdracht 1b - 3ce - 5d - 6d-7abf

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de relatie tussen klimaat, waterschaarste en toerisme?

Slide 31 - Tekstslide