Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
24-25 5.1 nogmaals - deel II - Rendement II en hoogte-energie
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Pak a.j.b. je spullen:
Slide 2 - Tekstslide
Meer rust in de klas!
stil als iemand de beurt heeft (klasgenoot of ik)
geen stem verheffen bij werken met overleg
1e keer:
Waarschuwing --> Maximaal 2 namen op het bord
2e keer:
Kleine schrijfopdracht in kabinet --> Max. 2 keer
3e keer:
Eruit,
naar
Loket 21 + werkinhaaluur
Nooit!
Gooien, Rotzooi maken, Klooien
Jassen aan / Tassen op tafel
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag
5.1 Rendement & Hoogte-energie
Rendement: Stappenplan, lastige opgave
Som maken
Hoogte-energie
Som maken
Formatieve vraag
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt rekenen rendement.
Je kunt rekenen met zwaarte-energie.
Je kunt rekenen met vermogen.
Slide 5 - Tekstslide
Welke energieomzetting heb je in een lamp?
A
Van warmte naar stralingsenergie
B
Van warmte naar licht
C
Van elektrische energie naar stralingsenergie
D
Van elektrische energie naar stralingsenergie & warmte
Slide 6 - Quizvraag
Een vermogen van 1 Watt,
oftwel: P = 1 W,
betekent een energieverbruik van?
A
1 J *s (Joule-seconde)
B
1 J (Joule)
C
1 kWh (kiloWattUur)
D
1 J / s (Joule per sec.)
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel energie verbruikt een radio van 110W, die 30 seconden aan staat?
A
3300 J
B
1100 J
C
3300 W
D
1100 kWh
Slide 8 - Quizvraag
Energie-
omzettingen
Energiestroomdiagram
Slide 9 - Tekstslide
Rendement
Wat bedoel ik als ik zeg:
Die beamer heeft een rendement van 25%?
Slide 10 - Tekstslide
1. Energie gaat nooit verloren
E
n
u
t
t
i
g
+
E
v
e
r
l
o
r
e
n
=
E
t
o
t
a
a
l
4
0
=
8
+
3
2
8
,
0
=
5
,
9
+
2
,
1
P
n
u
t
t
i
g
+
P
v
e
r
l
o
r
e
n
=
P
t
o
t
a
a
l
5
,
9
k
W
+
2
,
1
k
W
=
8
,
0
k
W
8
J
+
3
2
J
=
4
0
J
8,0 kW
5,9 kW
2,1 kW
Slide 11 - Tekstslide
2. Rendement
of andersom:
20% x 40 J = 8 J
of andersom:
74% x 8,0 kW = 5,9 kW
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
n
u
t
t
i
g
=
4
0
J
8
J
=
0
,
2
=
2
0
%
η
=
2
0
%
η
=
7
4
%
η
=
P
t
o
t
a
a
l
P
n
u
t
t
i
g
=
8
,
0
k
W
5
,
9
k
W
=
0
,
7
4
=
7
4
%
8,0 kW
5,9 kW
2,1 kW
Slide 12 - Tekstslide
3. Nuttig + Verlies = 100%
100%-η
=100%-20%=80%
100%-η
=100%-74%=16%
η
=
2
0
%
η
=
7
4
%
verlies=80%
verlies=16%
8,0 kW
5,9 kW
2,1 kW
Slide 13 - Tekstslide
1.
2.
3. %-verlies = 100% - η
Formules kloppen ook met Vermogen (Energie/seconde):
E
n
u
t
t
i
g
+
E
v
e
r
l
o
r
e
n
=
E
t
o
t
a
a
l
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
n
u
t
t
i
g
P
n
u
t
t
i
g
+
P
v
e
r
l
o
r
e
n
=
P
t
o
t
a
a
l
η
=
P
t
o
t
a
a
l
P
n
u
t
t
i
g
Slide 14 - Tekstslide
1.
2.
3. %-verlies = 100% - η
Formules kloppen ook met Vermogen (Energie/seconde):
E
n
u
t
t
i
g
+
E
v
e
r
l
o
r
e
n
=
E
t
o
t
a
a
l
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
n
u
t
t
i
g
P
n
u
t
t
i
g
+
P
v
e
r
l
o
r
e
n
=
P
t
o
t
a
a
l
η
=
P
t
o
t
a
a
l
P
n
u
t
t
i
g
Stappenplan:
Maak een tekening
Schrijf alle getallen en eenheden in de tekening
Zoek de formules (en schrijf ze om)
Reken uit met juiste eenheid
Controleer: Bijvoorbeeld met
E
n
u
t
t
i
g
+
E
v
e
r
l
o
r
e
n
=
E
t
o
t
a
a
l
Slide 15 - Tekstslide
1.
2. of
3. %-verlies = 100% - η
Formules kloppen ook met Vermogen (Energie/Seconde):
E
n
u
t
t
i
g
+
E
v
e
r
l
o
r
e
n
=
E
t
o
t
a
a
l
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
n
u
t
t
i
g
P
n
u
t
t
i
g
+
P
v
e
r
l
o
r
e
n
=
P
t
o
t
a
a
l
η
=
P
t
o
t
a
a
l
P
n
u
t
t
i
g
Opgave:
Ik heb gemeten dat mijn televisie
Opgave:
Ik heb gemeten dat mijn waterpomp 2000 J nuttig heeft besteed aan het oppompen van water.
Er staat op het apparaat dat het rendement 88% is.
Hoeveel elektrische energie heb ik nodig gehad om mijn pomp aan te drijven?
Stappenplan:
Maak een tekening
Schrijf alle getallen en eenheden in de tekening
Zoek de formules (en schrijf ze om)
Reken uit met juiste eenheid
Controleer: Bijvoorbeeld met
E
n
u
t
t
i
g
+
E
v
e
r
l
o
r
e
n
=
E
t
o
t
a
a
l
Slide 16 - Tekstslide
1.
2. of
3. %-verlies = 100% - η
5min. alleen in stilte
Formules kloppen ook met Vermogen (Energie/seconde):
E
n
u
t
t
i
g
+
E
v
e
r
l
o
r
e
n
=
E
t
o
t
a
a
l
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
n
u
t
t
i
g
Stappenplan:
Maak een tekening
Schrijf alle getallen en eenheden in de tekening
Zoek de formules (en schrijf ze om)
Reken uit met juiste eenheid
Controleer: Bijvoorbeeld met
P
n
u
t
t
i
g
+
P
v
e
r
l
o
r
e
n
=
P
t
o
t
a
a
l
η
=
P
t
o
t
a
a
l
P
n
u
t
t
i
g
Opgave:
Ik heb gemeten dat mijn televisie
Opgave:
Ik heb gemeten dat mijn televisie 120W aan warmte produceert.
Er staat op de achterkant dat het rendement 80% is.
Wat is het nuttige vermogen dat mijn televisie heeft geproduceerd?
E
n
u
t
t
i
g
+
E
v
e
r
l
o
r
e
n
=
E
t
o
t
a
a
l
timer
5:00
Slide 17 - Tekstslide
Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen:
V5
V5
Slide 18 - Tekstslide
Rendement
rendement = E_nuttig/E_totaal
Hoeveel nuttige energie levert de tl-buis?
Hoeveel nuttige energie levert de geiser?
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
n
u
t
t
i
g
=
E
i
n
E
n
u
t
t
i
g
η = 11%
η = 0,76
Slide 19 - Tekstslide
Rendement
rendement = E_nuttig/E_totaal
Hoeveel verloren energie (warmte) komt uit de tl-buis?
Hoeveel verloren warmte komt uit de geiser?
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
n
u
t
t
i
g
=
E
i
n
E
n
u
t
t
i
g
η = 11%
η = 0,76
Slide 20 - Tekstslide
Rendement
rendement = E_nuttig/E_totaal
Hoeveel energie gaat de tl-buis in?
Hoeveel energie gaat de geiser in?
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
n
u
t
t
i
g
=
E
i
n
E
n
u
t
t
i
g
η = 11%
η = 0,76
??
??
Slide 21 - Tekstslide
Zwaarte-energie
Als iets valt:
Wat neemt er dan toe?
En wat neemt er af?
Hoe schrijven we dat op
in energievormen?
Slide 22 - Tekstslide
Zwaarte-energie
Als iets valt:
neemt toe
neemt af
E
k
i
n
e
t
i
s
c
h
=
E
b
e
w
e
g
i
n
g
E
z
=
m
⋅
g
⋅
h
Bewegings-
energie
Zwaarte-
energie
E
k
i
n
e
t
i
s
c
h
E
z
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Zwaarte-energie
Als iets opgetakeld wordt:
neemt toe
neemt af
E
z
w
a
a
r
t
e
E
e
l
e
k
t
r
i
s
c
h
Zwaarte-
energie
Elektrische
energie
E
z
E
e
l
e
k
Slide 25 - Tekstslide
Rekenen met zwaarte-energie
Hoogte is een vorm van energie!
massa * g* hoogte
E
z
w
a
a
r
t
e
=
m
⋅
g
⋅
h
g
=
9
,
8
1
k
g
N
m
⋅
g
⋅
h
=
1
k
g
⋅
9
,
8
1
k
g
N
⋅
5
m
=
4
9
J
1 kg, 5 meter omhoog tillen kost:
Slide 26 - Tekstslide
Reken uit:
3min. in stilte
Hoeveel Joules kost het om zelf (dus
jouw massa
)
10 meter
omhoog te gaan op een trap?
Reken het om naar kWh.
Hoogte is een vorm van energie!
massa * g* hoogte
E
z
w
a
a
r
t
e
=
m
⋅
g
⋅
h
g
=
9
,
8
1
k
g
N
1
k
W
h
=
3
,
6
M
J
=
3
.
6
0
0
.
0
0
0
J
k
W
h
→
J
→
⋅
3
.
6
0
0
.
0
0
0
J
→
k
W
h
→
:
3
.
6
0
0
.
0
0
0
timer
3:00
Slide 27 - Tekstslide
Maak
opgave 11, 8, 10, 12 blz. 150
vragen: Boek, Buur, Bureau
of
Energie = Vermogen * Tijd
óf
Energie in kWh: kW * h
1 kWh: Een apparaat van 1kW staat 1 uur aan.
E
=
P
⋅
Δ
t
1
k
W
h
=
3
,
6
M
J
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
n
u
t
t
i
g
=
P
i
n
P
n
u
t
t
i
g
η
⋅
E
t
o
t
a
a
l
=
E
n
u
t
t
i
g
E
t
o
t
a
a
l
=
η
E
n
u
t
t
i
g
E
n
u
t
t
i
g
+
E
v
e
r
l
o
r
e
n
=
E
t
o
t
a
a
l
%-verlies = 100% - η
Hoogte is een vorm van energie!
massa * g* hoogte
E
z
w
a
a
r
t
e
=
m
⋅
g
⋅
h
g
=
9
,
8
1
k
g
N
P
=
Δ
t
E
Huiswerkcontrole:
Opgave 6, 3, 1 blz. 149
Slide 28 - Tekstslide
Reken uit:
Ik heb een zware piano van 100kg omhooggetakeld.
Dat kostte me 10.000 J aan energie.
Hoe hoog heb ik hem opgetakeld?
Hoogte is een vorm van energie!
massa * g* hoogte
E
z
w
a
a
r
t
e
=
m
⋅
g
⋅
h
g
=
9
,
8
1
k
g
N
1
k
W
h
=
3
,
6
M
J
=
3
.
6
0
0
.
0
0
0
J
k
W
h
→
J
→
⋅
3
.
6
0
0
.
0
0
0
J
→
k
W
h
→
:
3
.
6
0
0
.
0
0
0
Slide 29 - Tekstslide
Maak
opgave 8, 11 blz. 150
vragen: Boek, Buur, Bureau
Energie = Vermogen * Tijd
Energie in Joule: Watt * seconde
óf
Energie in kWh: kW * h
1 kWh: Een apparaat van 1kW staat 1 uur aan.
timer
10:00
E
=
P
⋅
Δ
t
[
E
]
=
W
⋅
s
=
J
=
J
o
u
l
e
1
k
W
h
=
3
,
6
M
J
[
E
]
=
k
W
⋅
h
=
k
W
h
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
n
u
t
t
i
g
=
E
i
n
E
n
u
t
t
i
g
η
⋅
E
t
o
t
a
a
l
=
E
n
u
t
t
i
g
E
t
o
t
a
a
l
=
η
E
n
u
t
t
i
g
1
−
η
=
E
t
o
t
a
a
l
E
v
e
r
l
o
r
e
n
Hoogte is een vorm van energie!
massa * g* hoogte
E
z
w
a
a
r
t
e
=
m
⋅
g
⋅
h
g
=
9
,
8
1
k
g
N
Slide 30 - Tekstslide
Opgaven maken
Rustig overleg --> Kom naar voren voor vragen
Opgave 25 a & b, 24
blz. 155
Huiswerk = 25 a & b, 24
+ kijk na met antwoordenboek op Teams
Slide 31 - Tekstslide
Rekenen met kWh
1 kWh=0,30 €
Energie = vermogen * tijdsduur
1kWh = 1kW * 1 uur,
dus een apparaat van 1kW die 1 uur aan staat.
Stappenplan:
Reken vermogen om naar kW (=1000W)
Reken tijd om naar uren (=60min=3600s)
Vermenigvuldig aantal kW met aantal uur
Friteuse
Vermogen:
2500 Watt
Friet bakken kost 6 min.
+ 9 min. voorverwarmen
E
=
P
⋅
Δ
t
Slide 32 - Tekstslide
Doelen vandaag
Je kunt rekenen met vermogen in Watt.
Je kunt uitleggen wat vermogen en energie met elkaar te maken hebben.
Je kunt energie in Joules omzetten in kilowattuur
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
24-25 5.3 - Energie opwekken - deel I + opgave 5.1
16 dagen geleden
- Les met
24 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
24-25 5.1 nogmaals
23 dagen geleden
- Les met
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
24-25 5.3 - Energie opwekken - deel II
11 dagen geleden
- Les met
20 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Herhaling H4 + H5 - les 3
Maart 2021
- Les met
33 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
6.5 Elektrische energie
April 2023
- Les met
23 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 2 - §5.1 energieomzettingen
Maart 2023
- Les met
29 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§5.1 Energieomzettingen - les 2-2
April 2022
- Les met
31 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
5.1
24 dagen geleden
- Les met
30 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3