In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
5 havo ECONOMIE || 2024-2025
Slide 1 - Tekstslide
Wat kan de overheid doen?
- Maximumprijzen instellen
- Minimumprijzen instellen
- Belasting verhogen (bijv. accijnzen)
- Subsidies verstrekken
Onvoldoende concurrentie op de markt,
dus de overheid beschermt de consument
met maximumprijzen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat kan de overheid doen?
- Maximumprijzen instellen
- Minimumprijzen instellen
- Belasting verhogen (bijv. accijnzen)
- Subsidies verstrekken
Voor producenten kan hier niet (meer)
rendabel zijn om te produceren. Om te voor-
komen dat zij ermee stoppen krijgen ze van
de overheid een minimumprijs.
(bijv. in de landbouw)
Slide 3 - Tekstslide
Minimumprijs
minimumprijzen golden lang voor de landbouw om onze voedsel-voorziening veilig te stellen;
gevolg is een aanbodoverschot;
oplossingen:
* overheid koopt overschot op
* overheid geeft exportsubsidies
* overheid stelt productiequotum
Slide 4 - Tekstslide
Vraag en aanbodoverschot
Minimumprijzen, beschermen van de producent
Maximumprijzen beschermen consument.
Slide 5 - Tekstslide
Wat kan de overheid doen?
- Maximumprijzen instellen
- Minimumprijzen instellen
- Belasting verhogen (bijv. accijnzen)
- Subsidies verstrekken
Productie en/of gebruik van een product wil de overheid afremmen. Bijv. alcohol, tabak en brandstof.
Productie en/of gebruik van een product wil de overheid stimuleren. Bijv. subsidie op concerttickets of gezond eten
Slide 6 - Tekstslide
Heffingen
BTW
Accijns
Kostprijsverhogende belasting.
Doel: product minder laten kopen door consumenten.
Slide 7 - Tekstslide
Bij een ruime arbeidsmarkt is er sprake van:
A
hogere lonen
B
meer werkloosheid
C
veel vraag en weinig aanbod van arbeid
Slide 8 - Quizvraag
Van een ruime naar een krappe arbeidsmarkt.
Ruime arbeidsmarkt
Aanbod van arbeid is groter dan de vraag.
Krappe arbeidsmarkt
Vraag naar arbeid is groter dan het aanbod.
Slide 9 - Tekstslide
Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt
Slide 10 - Tekstslide
Arbeidsmarktflexibiliteit
In theorie
Arbeidsmarkt is een markt van volkomen concurrentie.
Praktijk
Arbeidsmarkt is NIET flexibel
- Arbeid is niet homogeen maar heterogeen (ervaring, diploma's).
- Wetgeving over bijvoorbeeld ontslagbescherming
- CAO
- Minimumloon
Slide 11 - Tekstslide
Noem voorbeelden van flexwerkers.
Slide 12 - Open vraag
Nadelen flexibel werk
Meer onzekerheid over je werkuren en inkomen.
Onzekerheid over ontslag.
Geen recht op een uitkering bij ziekte of werkloosheid.
Geen of weinig pensioen.
Zwakkere onderhandelingspositie.
Baanzekerheid is lager.
Slide 13 - Tekstslide
Vakbond
= een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers
Als werknemer kun je lid worden van de vakbond.
Voor elke bedrijfstak/beroepsgroep bestaat een vakbond
alle vakbonden samen = de vakbeweging
Slide 14 - Tekstslide
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden.
Alle bedrijven die onder een CAO vallen, moeten zich houden aan de regels van de CAO
Werkgevers vertegenwoordigd door werkgeversorganisaties
Werknemers vertegenwoordigd door vakbonden
Slide 15 - Tekstslide
Aan het werk
Maken 4.10 t/m 4.15
Nakijken
Wat heb je goed gedaan?
Wat kun je beter doen?
4.9 bespreken
Lukt 4.10?
Slide 16 - Tekstslide
Wat zijn voordelen voor een werknemer met een vast contract?
Slide 17 - Open vraag
Bij welke getallen combinatie is er sprake van meeliftersgedrag?
A
0;0
B
1;-2
C
-1;-1
D
Er is hier geen sprake van meeliftersgedrag
Slide 18 - Quizvraag
Twee stellingen: I) Meeliftersgedrag zorgt voor een hogere organisatiegraad bij een vakbond II) Een CAO zorgt voor minder transactiekosten dan een individuele arbeidsovereenkomst
A
I) en II) zijn juist
B
I) en II) zijn onjuist
C
I) is juist, II) is onjuist
D
I) is onjuist, II) is juist
Slide 19 - Quizvraag
Waardoor kan meeliftersgedrag bij een vakbondslidmaatschap worden vermindert?