Arm en Rijk les 1

Arm en Rijk 
Arm en rijk in de wereld 
- waar zie je verschillen?
- Waar herken je ontwikkelingslanden aan?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Arm en Rijk 
Arm en rijk in de wereld 
- waar zie je verschillen?
- Waar herken je ontwikkelingslanden aan?

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Lessonup met uitleg 
- Werken aan de werkdoelen 
- Check check: heb je je missie af?

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij:
Arm en Rijk

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Link

Leerdoelen
Je beschrijft het verschil tussen welvaart en welzijn.
Je beschrijft kenmerken van landen met een hogere en lagere welvaart en welzijn.
Je vergelijkt arme en rijke landen.
Je beschrijft kenmerken van armoede.
Je beschrijft de kenmerken van wonen en werken in ontwikkelingslanden.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe herken je verschillen tussen arm en rijk? 
Verschillen tussen arme en rijke landen
Er zijn grote verschillen tussen ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden. Anders gezegd: er is een verschil in het ontwikkelingspeil. Door naar het ontwikkelingspeil te kijken, kun je landen indelen als ontwikkeld land of ontwikkelingsland. Het ontwikkelingspeil van een land bepaal je door te kijken naar de welvaart en het welzijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Welvaart 
Rijkdom gemeten in geld 



Wonen er in een land mensen met veel of weinig geld? 
Wat is het inkomen van iemand?

Slide 7 - Tekstslide

Bruto Binnenlands Product


Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking geeft aan hoeveel geld mensen gemiddeld per persoon verdienen.


Slide 8 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een land met een HOOG bruto binnenlands product

Slide 9 - Open vraag

Welzijn
Dit noemen we ook wel de basisbehoeften. Welzijn gaat dus over de kwaliteit van leven.

huisvesting
: een dak boven je hoofd hebben;
voedsel: genoeg en gezond voedsel te eten hebben;
onderwijs: naar school kunnen gaan;
gezondheidszorg: naar de dokter kunnen.



 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is geen voorbeeld van een basisbehoefte?
A
Naar de dokter kunnen gaan
B
Een goed slot hebben op de deur
C
Een playstation 5 kopen
D
Gezond kunnen eten

Slide 11 - Quizvraag

Een hoog welzijn betekent dat je leven aan veel basisbehoeften voldoet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Welvaart 
Welzijn

Slide 13 - Sleepvraag

Hoe meet je of een land rijk/arm is? 


1.  De koopkracht 
2. De levensverwachting 
3. alfabetiseringsgraad. 

Slide 14 - Tekstslide

De koopkracht 
De koopkracht geeft aan hoeveel je kunt kopen met hetzelfde bedrag

Nederland: Big Mac €3.75 
Oekraïnie: Big Mac €1.50 

voorbeeld: als je op vakantie gaat en alles is ineens goedkoper! 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

De koopkracht zegt iets over wat je met het geld kunt doen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Levensverwachting 
Zegt iets over hoe oud mensen worden 

Nederland: mensen worden gemiddeld 82 jaar
Mozambique: mensen worden gemiddeld 58 jaar 

Factoren: schoon drinkwater, gezondheidszorg, voedsel


Slide 18 - Tekstslide

Mensen in rijke landen worden gemiddeld minder oud dan mensen in arme landen
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

alfabetiseringsgraad
Geeft aan hoeveel mensen er kunnen lezen en schrijven 

Dit vertelt dus of kinderen naar school gaan 


Slide 20 - Tekstslide

Geef 1 reden waarom kinderen in Afrika niet naar school kunnen gaan

Slide 21 - Open vraag

Drie sectoren waar mensen in kunnen werken 



1e sector: landbouw 
2e sector: industrie 
3e sector: diensten

Slide 22 - Tekstslide

In welke sector werken mensen in arme landen het meeste?
A
1e sector: landbouw
B
2e sector: industrie
C
3e sector: diensten

Slide 23 - Quizvraag

In welke sector werken mensen in rijke landen het meeste?
A
1e sector: landbouw
B
2e sector: industrie
C
3e sector: diensten

Slide 24 - Quizvraag

Ontwikkelingsland
Mensen die niet genoeg geld hebben voor eten, kleding en een dak boven hun hoofd leven onder de armoedegrens.

Er zijn landen waar een groot deel van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Deze arme landen heten ook wel ontwikkelingslanden.

armoedegrens = mensen kunnen niet aan hun basisbehoeften voldoen

Slide 25 - Tekstslide

Indeling van landen
Centrum landen: rijke landen met hoge welzijn en veel welvaart. Vaak werken in de dienstensector

Semi-periferie: landen die heel erg in ontwikkeling zijn. Vaak grote industrie. Worden langzaam steeds rijker 

Periferie landen: ontwikkelingslanden. Welzijn en welvaart laag. Veel werken in de landbouw.

Slide 26 - Tekstslide

Welk land is een centrum land?
A
China
B
Brazilië
C
Duitsland
D
Zuid-Afrika

Slide 27 - Quizvraag

Welk land is denk je een periferie land?
A
China
B
Kenia
C
Duitsland
D
Brazilië

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Denk jij dat India een ontwikkelingsland is?
Gebruik in je antwoord dingen die je in het filmpje hebt gezien

Slide 30 - Open vraag

Wat ga je doen? 


Maak de werkdoelen van week 44 

Arm en rijk in de wereld :

- Waar zie je verschillen?  
- Waar herken je ontwikkelingslanden aan? 

Slide 31 - Tekstslide