Must (moet(en) echt): gebruik je om aan te geven dat iets moet. > formeel + dwingender.
> You must be 18 years or older to use this service.
> You must take your pills.
of
Must(moet(en) toch wel): gebruik je om te zeggen dat iets niet anders kan.
> He must be ready by now.
> Suzy left an hour ago, so she must be home now.