1.4 Wijken en buurten

1.4 Wijken en buurten
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 Wijken en buurten

Slide 1 - Tekstslide

Woonomgevingskenmerken
De openbare ruimte en de aanwezigheid vanvoorzieningen. 
hebben invloed op:
De sociale cohesie 
en 
de sociale veiligheid

En bepalen samen de Leefbaarheid van een wijk

Slide 2 - Tekstslide

Sociale Cohesie
Het gevoel van saamhorigheid. Elkaar kennen en betrokken zijn bij elkaar. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zorg je er voor dat er in je buurt een goede sociale cohesie is?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Objectieve veiligheid Liendert
Objectieve veiligheid de Berg Zuid

Slide 6 - Tekstslide

Subjectieve veiligheid Liendert
Subjectieve veiligheid Bergkwartier

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Persoonskenmerken

Slide 12 - Tekstslide

De oma van Sjaak loopt liever niet door het tunneltje waar vaak jongeren hangen.
A
Dit gaat over subjectieve (on)veiligheid
B
Dit gaan over objectieve (on)onveiligheid
C
Dit gaan over gentrificaite
D
Dit gaat over segregatie

Slide 13 - Quizvraag

'Vorig jaar zijn in de wijk Velve 44 aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 14 - Quizvraag

De openbare ruimte
Toegankelijkheid:
  • Onderhoud
  • Overzichtelijkheid
  • Toezicht

Slide 15 - Tekstslide

Sociale kenmerken van de buurt

Slide 16 - Tekstslide

Welke fysieke maatregelen kunnen genomen worden om het gevoel van veiligheid te vergroten?

Slide 17 - Open vraag

Hoe kan sociale cohesie in een buurt leiden tot een grotere sociale veiligheid?

Slide 18 - Open vraag

Beleid en realiteit:
Van verpaupering naar...
Na de suburbanisatie van de jaren '60, was de stad in verval geraakt
De leefbaarheid in de stad moest verbeterd worden en er moesten nieuwe mensen aangetrokken worden -->
De stad moest aantrekkelijk worden. Dit werd eerst gedaan dmv stadsvernieuwing. Het volgende beleid was herstructurering. Tegenwoordig zien we gentrification

Slide 19 - Tekstslide

Stadsvernieuwing; 

Slide 20 - Tekstslide

Stadsvernieuwing
Stadsvernieuwing
De kwaliteit van de sociale huurwoningen wordt verbeterd. Dit gebeurd door:
Renovatie
Sanering
De bevolkingssamenstelling (wie er wonen) blijft hetzelfde (daarom ook vaak geen oplossing voor de andere problemen: segregatie en lage leefbaarheid

Slide 21 - Tekstslide

Herstructurering

Slide 22 - Tekstslide

Herstructurering
Vanaf de jaren 90 wordt er niet alleen stadsvernieuwing maar ook herstructurering toegepast. 



Vooral in 19 eeuwse arbeiderswijken, naoorlogse hoogbouwwijken en de voormalige industrie/haven tereinen

Slide 23 - Tekstslide

Herstructurering betekend dat het gebied een nieuwe functie krijgt. Dit kan zijn: 
- van wijk met goedkope sociale huur naar wijk met duurdere (koop of private huur) woningen. 


- of van industrie/haven gebied naar woon/uitgaangsgebied 

Net als bij stadsvernieuwing kan dit via renovatie of sanering

Slide 24 - Tekstslide

Wat is geen overeenkomst tussen stadsvernieuwing en herstructurering?
A
Kan dienen als oplossing voor verkrotting
B
er vindt renovatie plaats
C
er vindt sanering plaats
D
Er komen mensen met hogere inkomens wonen

Slide 25 - Quizvraag

In het kantorenpark tussen de Amsterdam Arena en het AMC worden kantoren omgebouwd tot appartementen.
Van welk proces is hier sprake?
A
Segregatie
B
Stadsvernieuwing
C
Herstructurering
D
Sanering

Slide 26 - Quizvraag

Kantorenparken zijn in de avond vaak verlaten. Door de nieuwe appartementen en voorzieningen kan de leefbaarheid van het gebied sterk verbeteren. Leg dit uit.

Slide 27 - Open vraag

Gentrificatie
Als herstructurering lukt dan komen komen er 
mensen met een hoger inkomen in de wijk wonen. 
Hierdoor zullen ook de voorzieningen zich op deze nieuwe bewoners aanpassen. 

Dit proces van verandering in de 
bevolkingssamenstelling en het 
voorzieningenniveau noemen we 
GENTRIFICATIE.

Slide 28 - Tekstslide

Welke 3 fasen kun je onderscheiden volgens het volgende filmpje?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video

Wat zijn de voordelen van gentrificatie? En voor wie zijn die?

Slide 31 - Open vraag

Wie ervaren vooral de nadelen van gentrificatie?

Slide 32 - Open vraag

Op de langere termijn kan Gentrificatie een negatief effect hebben op de segregatie in een stad. Leg dit uit.

Slide 33 - Open vraag

Wat is gentrification?
A
Het proces waarbij verschillende mensen meer gaan samenwerken.
B
Het proces van sanering en nieuwbouw
C
Het proces waarbij mensen met een hoger inkomen in een armere wijk komen wonen.
D
Het opknappen van een wijk

Slide 34 - Quizvraag

Op welke manier profiteren winkeliers van gentrification?
A
Toename van stedelingen betekent nieuwe klanten
B
zij kunnen (meer) duurdere producten verkopen
C
Toename van stedelingen betekent meer personeel

Slide 35 - Quizvraag

In welke wijken zie je veel gentrificatie?
A
lage inkomenswijken rond het centrum
B
lage inkomenswijken in het centrum
C
rijke wijken rond het centrum
D
rijke buitenwijken

Slide 36 - Quizvraag

Over welk nadeel van gentrification gaat het verhaal?
A
Verdringing
B
Vervreemding
C
Polarisatie
D
Klassenstrijd

Slide 37 - Quizvraag

0

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

De stad van de toekomst
Bevolkingsgroei <-> bevolkingskrimp

Ontwikkeling tot:
  • Duurzame stad
  • Smart city

Slide 41 - Tekstslide

Stad van de toekomst: Duurzaam en Smart

Slide 42 - Tekstslide

Stedelijke vernieuwing
Herstructurering van 19e eeuwse bedrijventerreinen. 
  • Bedrijven weggetrokken -> leegstand en verloedering
  • Tegelijk: meer reizigers en gebrek aan woonruimte


Te onderscheiden in:
  1. Verdichting: meer m² vloeroppervlak per hectare, dus meer hoogbouw
  2. Transformatie: gebied krijgt nieuwe functie: bijvoorbeeld wonen, werken, recreatie 
  3. Renovatie: Opknappen van karakteristieke gebouwen (industrieel erfgoed) 

Slide 43 - Tekstslide

Het buurtprofiel

Slide 44 - Tekstslide

Model van een stad

1. Historische binnenstad/stadscentrum - kantoren
2. oude woonwijken - industrie
3. nieuwe woonwijken - ruimte

Slide 45 - Tekstslide

Hoe verder naar buiten hoe...

Slide 46 - Tekstslide

Stad -> wijk -> buurt

Slide 47 - Tekstslide

Leerschema: 
Leefbaarheid
Buurtprofiel
Ongelijkheid
Oplossingen
Problemen
Soort woningen
Bewonerskenmerken
Woonomgeving
Voorzieningen
Openbare ruimte
Veiligheid
Ruimtelijke segregatie
Sociale ongelijkheid
Stadsvernieuwing
Herstructureren
Saneren
Renoveren
Gentrificatie

Slide 48 - Sleepvraag

Hoe kom je hier achter?
Hoe kom je hier achter?

Slide 49 - Tekstslide