In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
kijken wat jullie al weten
Slide 1 - Tekstslide
Heeft een vlo hetzelfde fenotype als de pop waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
alleen hetzelfde fenotype
B
alleen hetzelfde genotype
C
hetzelfde fenotype en genotype
D
verschillende genotype en fenotype
Slide 2 - Quizvraag
Welk genotype is heterozygoot?
A
aa
B
Aa
C
AA
D
ArAr
Slide 3 - Quizvraag
Welk genotype is homozygoot recessief?
A
aa
B
Aa
C
AA
D
AR
Slide 4 - Quizvraag
Bij varkens en wilde zwijnen wordt het geslacht op dezelfde manier bepaald als bij de mens. In de afbeelding zijn chromosomen uit een cel te zien.
Zijn deze chromosomen afkomstig uit een cel van een mannelijk of van een vrouwelijk dier?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
niet te zeggen
Slide 5 - Quizvraag
Bij het kippenras Andalusiërs zijn er drie verschillende fenotypen voor de verenkleur: zwart, wit en blauw. De blauwe kleur is een intermediair fenotype. Een blauwe kip wordt gekruist met een blauwe haan.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling uit deze kruising blauwe veren heeft?
A
25%
B
50%
C
27%
D
100%
Slide 6 - Quizvraag
In een stamboom staat een rondje voor....
A
een meisje
B
een jongen
Slide 7 - Quizvraag
Wat zal het genotype zijn van de ouders?
A
beide homozygoot dominant
B
beide homozygoot recessief
C
1 homozygoot en 1 heterozygoot
D
beide heterozygoot
Slide 8 - Quizvraag
Wat kun je zeggen over de genotype van de eerste ouders
A
beide moeten homozygoot dominant zijn
B
beide moeten homozygoot recessief zijn
C
1 van de ouders moet heterozygoot zijn
D
beide ouders moeten heterozygoot zijn
Slide 9 - Quizvraag
vraagstukken met erfelijkheid zijn makkelijk
A
echt wel! maar ik doen dan ook heel hard mijn best
B
ja best wel, en ik doe er eigenlijk niets voor!
C
ach als ik er misschien iets meer voor zou doen
D
dit ga ik nooit begrijpen ook al doe ik heel hard mijn best