Les 3 en 4: Voortplanting & ontwikkeling + Erfelijkheid

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag
  1.  Delen van voortplantingsstelsel van de man en vrouw
  2. Verschillen bouw en functie van zaad- en eicellen
  3. Mitose vs meiose
  4. Menstruatiecyclus
  5. Bevruchting

Slide 2 - Tekstslide

Blaas
Zaadblaasjes
Prostaat
zaadleider
Zwellichaam
Bijbal
Teelbal
Balzak

Slide 3 - Sleepvraag

Opslag van urine
Zaadvocht en voedingsstoffen toevoegen aan spermacellen
Zaadvocht toevoegen aan spermacellen
Vervoeren van spermacellen
Voor een erectie zorgen van de penis
Opslag van de spermacellen
Aanmaken van spermacellen
huidplooi waar teel- en bijballen in liggen.

Slide 4 - Sleepvraag

Eierstokken
Eileider
Baarmoeder
Baarmoederslijmvlies
Vagina
Blaas
Kleine schaamlippen
Grote schaamlippen
Endeldarm

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de functie van de eierstokken
A
Opslag en rijping van eicellen
B
Vervoeren van eicellen
C
Opslaan van urine
D
Ontwikkelen van embryo

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de functie van de blaas?
A
Opslag en rijping van eicellen
B
Vervoeren van eicellen
C
Opslaan van urine
D
Ontwikkelen van embryo

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de functie van de baarmoeder?
A
Opslag en rijping van eicellen
B
Vervoeren van eicellen
C
Opslaan van urine
D
Ontwikkelen van embryo

Slide 8 - Quizvraag

Klein

Bewegen zelf met zweepstaart

Bevatten GEEN reservevoedsel

Vele miljoenen per zaadlozing
Groot

Bewegen niet zelf

Bevatten veel reservevoedsel

meestal 1 eicel per 4 weken
Zaadcellen vs. Eicellen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Dag 1: menstruatie
Op de eerste dag van de cyclus begint de menstruatie!
Gele lichaam
Na de eisprong wordt de follikel een geel lichaam. Dit produceert hormonen zodat het slijmvlies van de baarmoeder in 'leven' blijft.
Dag 14: eisprong
Op de 14e dag is de eisprong, ook wel ovulatie genoemd.
Dikte baarmoederslijmvlies
In de loop van de cyclus wordt het baarmoederslijmvlies steeds dikker. Dit is als voorbereiding van een mogelijke zwangerschap.
Niet zwanger? Dan ongesteld zodat het slijmvlies weer afneemt.
Wel zwanger? Dan blijft het baarmoederslijmvlies dik.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Erfelijkheid
Leerdoelen:
Je kunt stambomen lezen en uitleggen
Je kunt kruisingsschema's invullen en aflezen

Slide 13 - Tekstslide

Wat was het genotype ook alweer?

Slide 14 - Open vraag

En fenotype?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

23e paar bepaald geslacht!
XX= Vrouw (2 chromosomen van zelfde formaat)
XY = Man (2 formaten chromosomen)

Slide 17 - Tekstslide

Geslachtsbepaling
Moeder geeft ALTIJD een X

Vader geeft een X of een Y (meiose!)

Bij bevruchting wordt bepaald of kind dus jongen of meisje wordt.

Slide 18 - Tekstslide

Regels erfelijkheid
  • Dominant = hoofdletter.   = de baas!
  • Recessief = kleine letter.  = zie je alleen bij 2x recessief
  • Intermediair = Hoofdletter + kleine letter = mix van beide genen.

  • Homozygoot = 2x dezelfde gen
  • Homozygoot dominant = 2x hoofdletter
  • Homozygoot recessief = 2x kleine letter

  • Heterozygoot = dominant + recessief gen

Slide 19 - Tekstslide

Erfelijkheid - kruisingsschema
Oefenen!

Slide 20 - Tekstslide

De vraag
Bij het kippenras Andalusiërs zijn er drie verschillende fenotypen voor de verenkleur: zwart, wit en blauw. De blauwe kleur is een intermediair fenotype.
Een blauwe kip wordt gekruist met een blauwe haan.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling uit deze kruising blauwe veren heeft?

Slide 21 - Tekstslide

Stap 1
Genotypen bepalen!
Informatie: De blauwe kleur is een intermediair fenotype.
Een blauwe kip wordt gekruist met een blauwe haan.

Intermediair: KzKw (Kleurzwart, Kleurwit) = blauw

Slide 22 - Tekstslide

Wat is genotype van moeder als fenotype blauw is?
A
KzKz
B
KzKw
C
KwKw

Slide 23 - Quizvraag

Wat is genotype van moeder als fenotype zwart is?
A
KzKz
B
KzKw
C
KwKw

Slide 24 - Quizvraag

De blauwe kleur is een intermediair fenotype.
Een blauwe kip wordt gekruist met een blauwe haan.
Wat is genotype van kip en haan?

Slide 25 - Open vraag

Stap 2: 
Kruisingsschema maken en invullen!

Gen 1 moeder
Gen 2 moeder
Gen 1 vader
Gen 2 vader
25%
25%
25%
25%

Slide 26 - Tekstslide

Moeder
Kz
Moeder
Kz
Moeder
Kw
Moeder
Kw
Vader
Kz
Vader
Kz
Vader
Kw
Vader
Kw

Slide 27 - Sleepvraag

Kz
Kw
Kz
Kw
KzKz
KzKw
KzKw
KwKw
KzKz
KzKw
KwKw
KwKw

Slide 28 - Sleepvraag

De vraag
Bij het kippenras Andalusiërs zijn er drie verschillende fenotypen voor de verenkleur: zwart, wit en blauw. De blauwe kleur is een intermediair fenotype.
Een blauwe kip wordt gekruist met een blauwe haan.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling uit deze kruising blauwe veren heeft?

Slide 29 - Tekstslide

Ingevulde kruisingsschema
Hoe groot is de kans dat een nakomeling uit deze kruising blauwe veren heeft?
Kz
Kw
Kz
KzKz
KzKw
Kw
KzKw
KwKw

Slide 30 - Tekstslide

Hoe groot is de kans dat een nakomeling uit deze kruising blauwe veren heeft?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 31 - Quizvraag

Stamboom

Slide 32 - Tekstslide

Stambomen

Slide 33 - Tekstslide

Stambomen
Stambomen

  • Geven erfelijkheid door de tijd weer
  • Rondjes: vrouwen
  • Blokjes: mannen

Slide 34 - Tekstslide

Wie zijn mannen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een vierkant
B
Alle personen weergegeven met een rondje

Slide 35 - Quizvraag

Wie zijn de vrouwen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een vierkant
B
Alle personen weergegeven met een rondje

Slide 36 - Quizvraag

Stambomen

Slide 37 - Tekstslide

Stap 1: Stel fenotype vast.
Zie legenda!
3.5 Stambomen
Wat is het genotype van de ouders (A)?

Slide 38 - Tekstslide

Stap 2: zoek het afwijkende kind op.

3.5 Stambomen
Wat is het genotype van de ouders (A)?

Slide 39 - Tekstslide


3.5 Stambomen
Welk kind is afwijkend?
A
Kind 11
B
Kind 6
C
Kind 17
D
Kind 19

Slide 40 - Quizvraag


3.5 Stambomen
Welke is dominant?  
A
De ziekte is dominant
B
De ziekte is recessief

Slide 41 - Quizvraag


3.5 Stambomen
Wat is het genotype van kind 19?
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief

Slide 42 - Quizvraag


3.5 Stambomen
Wat is het genotype van de ouders?
A
Beide ouders hebben genotype AA
B
Beide ouders hebben genotype Aa
C
Beide ouders hebben genotype aa

Slide 43 - Quizvraag

Stap 3: Schrijf de genotype op van de rest van het gezin.
Dus, wat zijn de genotypen van 9, 10, 19 en 20?

3.5 Stambomen
Wat is het genotype van de ouders (A)?

Slide 44 - Tekstslide