3H(hoofdstuk 6 grammatica-2)

Hey there!
  • Recap: Relative clauses
  • Grammar: Simple, compound and complex sentences 
  • Quizzz
  • Woordenvibes(hoofdstuk 5)/quiz
  • Blooket time

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Hey there!
  • Recap: Relative clauses
  • Grammar: Simple, compound and complex sentences 
  • Quizzz
  • Woordenvibes(hoofdstuk 5)/quiz
  • Blooket time

Slide 1 - Tekstslide

Relative clauses

Slide 2 - Tekstslide

DUS
who 
personen
which
dieren en dingen
that
personen, dieren en dingen
whose
bezit (van wie)
whom
als er een voorzetsel aan het begin vd bijzin staat
Relative clauses (bijzinnen)

Slide 3 - Tekstslide

Simple sentences
Eén onderwerp en één werkwoord.
Drukt één complete gedachte uit.
Voorbeeld: I read a book.
The cat sleeps. 
They dance. 
We travel.

Slide 4 - Tekstslide

Compoud Sentences
Twee of meer eenvoudige zinnen verbonden door een coördinerend voegwoord (for, and, nor, but, or, yet, so).
Elke zin is een onafhankelijke bijzin met een eigen onderwerp en werkwoord.
Voorbeeld: I read a book, and my friend watched TV.
The sun sets, and the stars appear. 
He was tired, but he continued working.

Slide 5 - Tekstslide

Complex sentences
Een hoofdzin plus een of meer bijzinnen.
De bijzin begint vaak met een ondergeschikt voegwoord (because, although, after, when, before).
De hoofdzin kan op zichzelf staan, de bijzin niet.

Voorbeeld: I read a book because it is interesting.
She stayed home because it was raining. 
Although he is young, he is very responsible.

Slide 6 - Tekstslide

Simple, compound, or complex?


Karl knew a lot about monkeys.
A
Simple
B
Compound
C
Complex.

Slide 7 - Quizvraag

Simple, compound, or complex?


Although Max was running late, he seemed relaxed.
A
Simple
B
Compound
C
Complex

Slide 8 - Quizvraag

Simple, compound, or complex?


He was hungry, so he ate.
A
Simple
B
Compound
C
Complex

Slide 9 - Quizvraag

What type of sentence is 'Although she was tired, she stayed up late to finish her homework'?
A
Complex
B
Compound
C
None of the above
D
Simple

Slide 10 - Quizvraag


We sat down at a table and asked for the menu.
A
simple
B
compound
C
complex

Slide 11 - Quizvraag

He promised to be more careful, yet he continued putting himself at risk.
A
simple
B
compound
C
complex

Slide 12 - Quizvraag

I have been on too many planes and trains recently.
A
simple
B
compound
C
complex

Slide 13 - Quizvraag

Two minutes ago the child was fast asleep, but now he is wide awake.
A
simple
B
compound
C
complex

Slide 14 - Quizvraag

They spoke to him in Spanish, but he responded in English.
A
simple
B
compound
C
complex

Slide 15 - Quizvraag

After listening to the Kanye West CD, I have new respect for his music.
A
simple
B
compound
C
complex

Slide 16 - Quizvraag

Simple, Compoud en Complex sentence
Samenvatting:
  1. Simple sentence: One subject + one verb (e.g., I read a book.)
  2. Compound sentence: Two or more simple sentences, joined by a conjunction "for, and, nor, but, or, yet, so" (e.g., I read a book and my friend watches TV.)
  3. Complex sentence: Main clause + subordinate clause"because, although, after, when, before (e.g., I read a book because it is interesting.)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Self study for the test
  • Toets hoofdstuk 5+6:
  • Hoofdstuk 5: Vocabulary; Stones; Irregular verbs.
  •  Grammar: Reflexive and reciprocal pronouns, Conditionals
  • Hoofdstuk 6: Relative clauses; Simple, compound and complex sentences; Summary of all tenses(present/past simple/continuous/perfect) en de future continuous.
  • Voor Grammatica oefenen: www.ego4u.com (kies de onderwerpen die je wil gaan oefenen voor de toets).
timer
30:00

Slide 19 - Tekstslide