V6 w5 P3: adequaat reageren in sociaal contact

Periode 3
- module 3 : spreekvaardigheid
préparation : monologue 
module 4 : leesvaardigheid
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Periode 3
- module 3 : spreekvaardigheid
préparation : monologue 
module 4 : leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Spreekvaardigheid VWO 6
 Domein C: Gespreksvaardigheid
Subdomein C1: Gesprekken voeren. De kandidaat kan: - adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers; - informatie vragen en verstrekken; - uitdrukking geven aan gevoelens; - zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden; - strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden. 
Subdomein C2: Spreken. De kandidaat kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

week 5: adequaat reageren in sociaal contact
Cette semaine : 
-D'accord conversations exercises 1 à 7

À NOTER: 3 et 4, 7
                      
15 et 20 examenidioom (roze boekje)

Slide 4 - Tekstslide

les sentiments :

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

la joie

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

la colère

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

la surprise

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

la peur et la tristesse

Slide 14 - Woordweb

module 3 oefening 3 : 
2. A. choisissez entre les sentiments suivants ; 

optimiste/curieux-curieuse/ anxieux-ancieuse/ calme/surpris- surprise/

B => dans votre cahier

3. Les situations : 
1. Je ne me sens pas bien parce que j'avais mal fait mon interro.
3.J'avais envie de pleurer parce que mon chien vient de mourir.
5. Je suis rentré (e)  trop tard et mes parents étaient fâchés!
7. Désolé (e)  d'être en retard, j'avais le pneu crevé.
9.  Je suis désolé (e), ce n'était pas très gentil (lle) de ma part, j'ai mal dormi!
 

Slide 15 - Tekstslide

1. Je ne me sens pas bien parce que j'avais mal fait mon interro.
3.J'avais envie de pleurer parce que mon chien vient de mourir.
5. Je suis rentré (e) trop tard et mes parents étaient fâchés!
7. Désolé (e) d'être en retard, j'avais le pneu crevé.
9. Je suis désolé (e), ce n'était pas très gentil (lle) de ma part, j'ai mal dormi!
2. ce n'est pas grave, ne t'inquiète pas, tu auras sûrement une meilleure note la prochaine fois.
4.  Mais c'est normal que tu aies envie de pleurer,  prend ton temps
6. Cela m'étonne, normalement tes parents sont tellement cools
8. ce n'est pas grave, on n'a pas encore commencé!
10. j'accepte tes excuses,n'en parlons plus!

Slide 16 - Tekstslide

Gezakt voor theorie-examen.
Leerling 1: Je wilde je theorie-examen voor je rijbewijs (= le permis de conduire) alvast halen. Helaas is dat mislukt. Je vertelt dat het een moeilijk examen was. Je mocht maximaal 5 fouten maken en jij hebt er 6 gemaakt. Je bent nu gefrustreerd. De theorieleraar heeft je aangeraden om de voorrangsregels (= les règles de priorité) goed te bestuderen voor de volgende keer.
AIDE : 
examen théorique 
 le permis de conduire
 passer- slagen voor
déjà - alvast / à l'avance- van te voren
échouer- mislukken
avoir droit à - recht hebben op/mogen
pouvoir - kunnen
être frustré 
conseiller- aanraden
bien étudier- goed bestuderen
la prochaine fois- de volgende keer
Leerling 2: Vraag waarom je vriend/vriendin nu al zijn/haar theorie-examen wil afleggen. Informeer naar het resultaat. Zeg dat je het jammer vindt dat hij/zij niet is geslaagd. Vraag hoeveel vragen hij/zij moest beantwoorden en hoeveel fouten hij/zij heeft gemaakt. Vraag of de theorieleraar nog tips heeft gegeven voor een volgend examen. Zeg dat hij/zij optimistisch moet blijven
AIDE
pourquoi - waarom
passer un exament- een examen afleggen
comment- hoe
combien- hoeveel
se passer- verlopen
être désolé (e)
répondre aux questions
fautes/erreurs
le professeur 
donner des conseils
volgend: prochain
il faut rester- je moet blijven

Slide 17 - Tekstslide

exercise 7 : vraagzinnen en vraagwoorden : in je aantekeningenschrift 

ensuite :  checklist examentraining 
Vous vous êtes rencontrés sur le campus de l’université. Vous échangez quelques infos et vous vous entendez très bien.

A   Faire connaissance.
Vraag naar elkaars: leeftijd, woonplaats, familie, school, hobby’s, bijbaantjes.     => comment/combien/où/qui/quand

BTrouver un studio.
Leerling 1: zoekt een kamer/studio voor het nieuwe studiejaar. Vraag of de ander raad weet.
Leerling 2: jij zegt dat je zult informeren (gebruik de futur) bij je vrienden. Vraag het e-mailadres of telefoonnummer van de ander.

CInviter quelqu’un.
Leerling 1: zegt dat hij/zij het leuk vindt dat jullie elkaar ontmoet hebben. Stel voor om morgen iets te gaan drinken.
Leerling 2: reageer enthousiast en instemmend. Stel deze avond al voor.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

telefoonnummer geven :




=> in tientallen : 
 06 53 51 14 00

zéro six/ cinquante-trois / cinquante-et-un/ quatorze/ zéro zéro

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

exercise 7 : vraagzinnen en vraagwoorden
Vous vous êtes rencontrés sur le campus de l’université. Vous échangez quelques infos et vous vous entendez très bien.

A   Faire connaissance.
Vraag naar elkaars: leeftijd, woonplaats, familie, school, hobby’s, bijbaantjes.     => comment/combien/où/qui/quand

BTrouver un studio.
Leerling 1: zoekt een kamer/studio voor het nieuwe studiejaar. Vraag of de ander raad weet.
Leerling 2: jij zegt dat je zult informeren (gebruik de futur) bij je vrienden. Vraag het e-mailadres of telefoonnummer van de ander.

CInviter quelqu’un.
Leerling 1: zegt dat hij/zij het leuk vindt dat jullie elkaar ontmoet hebben. Stel voor om morgen iets te gaan drinken.
Leerling 2: reageer enthousiast en instemmend. Stel deze avond al voor.

Slide 26 - Tekstslide

à vous maintenant : exercice 4 ( dans votre cahier)
jeudi : formatieve toets examenidioom 15 en 20 (fn) ex. 1 tm 4 zijn af
en classe : 5 en 6 / start examentraining (checklist) 

Slide 27 - Tekstslide