H5.6 DNA-technieken

Paragraaf 5.6 DNA technieken
timer
1:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 5.6 DNA technieken
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  1. formatieve check
  2. Uitleg nieuwe lesstof: B.6 DNA-technieken uitleg
  3. Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

DNA modificatie
Genetische modificatie > Transgene producten
Veranderen van het DNA van een organisme.

Recombinant-DNA-technieken:
Verzamelnaam voor technieken
waar het DNA veranderd wordt.

Slide 3 - Tekstslide

Gen
Celkern
DNA
Chromosomen
Allelen

Slide 4 - Sleepvraag

Door evolutie
A
Past een populatie zich op lange termijn aan op het milieu
B
Kan een individu zich direct aanpassen aan het milieu
C
Ontstaan er fossielen

Slide 5 - Quizvraag

Wat heb je niet nodig voor evolutie?
A
verandering van het milieu
B
natuurlijke selectie
C
al deze antwoorden heb zijn nodig voor evolutie
D
genetische variatie

Slide 6 - Quizvraag

In welk tijdperk leefde de laatste gemeenschappelijke
voorouder van slangen en hagedissen?

Slide 7 - Open vraag

Deze stamboom is deels gemaakt met behulp van
DNA-sequenties van de verschillende gewervelde
groepen.
Hoe kunnen DNA-sequenties worden gebruikt
om een stamboom te maken? Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open vraag

5.6 DNA-technieken
LEERDOEL:
5.6.12 Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.
  

Mensen gebruiken organismen om producten te vervaardigen. Dankzij allerlei nieuwe DNA-technieken is de biotechnologie sterk in ontwikkeling.

Slide 9 - Tekstslide

Biotechnologie
Biotechnologie: Technieken waarbij organismen gebruikt worden om producten voor mensen te maken.
(bijv. yoghurt/brood/alcohol e.d.)

Genetische modificatie: Het aanpassen van erfelijke eigenschappen bij organisme.
- Recombinant-DNA-technieken
- Crispr-cas-technieken
- Gene editing

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Technieken waarbij het DNA van een organisme wordt aangepast heten recombinante DNA-technieken.

Het aanbrengen van gewenste genetische eigenschappen bij organismen heet genetische modificatie.

Een genetisch gemodificeerd organisme wordt transgeen genoemd.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Gebruik van DNA
Misdaadbestrijding
Familie onderzoek (verwantschap)
Medisch onderzoek (erfelijke ziekten)
Fraudeonderzoek
Data-opslag
eDNA

Slide 14 - Tekstslide

eDNA (environmental DNA)


Restanten DNA van overblijfselen, zoals poep, dode huidcellen etc dat in de omgeving komt.

Organismen onderzoeken
zonder ze te vangen.

Slide 15 - Tekstslide

Crispr-cas
Crispr-cas is een methode van gene editing (gen-aanpassing). Hierbij worden gericht wijzigingen aangebracht in de genen van een organisme. Een stukje van de code wordt aangepast, waardoor eigenschappen veranderen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Toepassingen crispr-cas

Slide 19 - Tekstslide

Discussie: argumenten voor en tegen genetische modificatie. Enkele voorbeelden:
Voor                                                            Tegen
De voedselopbrengst wordt hoger. 
De mens heeft niet het recht de erfelijke eigenschappen van organismen naar eigen inzicht te veranderen.
Sommige gewassen worden bestand gemaakt tegen ziekten, waardoor minder chemische bestrijdingsmiddelen nodig zijn.
Meer van bestrijdingsmiddelen kunnen worden gebruikt.
Medicijnen beter, sneller en goedkoper worden geproduceerd.
Genetisch gemodificeerde organismen kunnen in de natuur terechtkomen en zich verspreiden. We weten niet wat de gevolgen daarvan kunnen zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Hoever mag genetische modificatie gaan?
  • Mag je veevoer genetisch aanpassen?
  • Mag je voedselgewassen genetisch aanpassen?
  • Mag je dieren voor consumptie genetisch aanpassen?
  •  Mag je huisdieren genetisch aanpassen?
  • Mag je wilde dieren genetisch aanpassen?
  • Mag je mensen genetisch aanpassen?
  • Met welk doel mag je organismen genetisch aanpassen?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Aan de slag:
Lees basisstof 6 goed door en/of kijk de uitlegvideo
Maak opdr. 1 t/m 6 (+7 & 8)
Kijk goed na en verbeter je fouten

Klaar?
Oefenen: Samenhang/Flitskaarten

Slide 24 - Tekstslide

Wat is klassieke biotechnologie
A
Betere eigenschappen door fokken of veredeling
B
Betere eigenschappen door genetische modificatie
C
Nakomelingen krijgen
D
Genetische modificatie

Slide 25 - Quizvraag

Biotechnologie wordt toegepast op:
A
voedingsmiddelen
B
geneesmiddelen
C
hormonen/enzymen
D
alle antwoorden

Slide 26 - Quizvraag

Wat kan er fout gaan bij biotechnologie?
A
Dat er schadelijke bacteriën vrijkomen
B
Misvormde dieren
C
Sterker worden bij gebruik genetisch gemodificeerd voedsel
D
Dat het te duur wordt

Slide 27 - Quizvraag

Wat is biotechnologie?
A
Het inbrengen van nieuwe informatie in Bacteriën
B
een verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens.

Slide 28 - Quizvraag

Welke groep vormt de nauwst nog levende
verwanten van de vogels?

Slide 29 - Open vraag