Thema 5 Erfelijkheid en evolutie B6 DNA-technieken
Paragraaf 5.6 DNA technieken
timer
1:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Paragraaf 5.6 DNA technieken
timer
1:00
Slide 1 - Tekstslide
Programma
formatieve check
Uitleg nieuwe lesstof: B.6 DNA-technieken uitleg
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel B6
5.6.12 Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.
Mensen gebruiken organismen om producten te vervaardigen. Dankzij allerlei nieuwe DNA-technieken is de biotechnologie sterk in ontwikkeling.
Slide 3 - Tekstslide
Biotechnologie
Biotechnologie: Technieken waarbij organismen gebruikt worden om producten voor mensen te maken.
(bijv. yoghurt/brood/alcohol e.d.)
Genetische modificatie: Het aanpassen van erfelijke eigenschappen bij organisme. - Recombinant-DNA-technieken
- Crispr-cas-technieken - Gene editing
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Technieken waarbij het DNA van een organisme wordt aangepast hetenrecombinante DNA-technieken.
Het aanbrengen van gewenste genetische eigenschappen bij organismen heet genetische modificatie.
Een genetisch gemodificeerd organisme wordt transgeengenoemd.
Slide 6 - Tekstslide
DNA modificatie
Genetische modificatie > Transgene producten
Veranderen van het DNA van een organisme.
Recombinant-DNA-technieken: Verzamelnaam voor technieken waar het DNA veranderd wordt.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Gebruik van DNA
Misdaadbestrijding
Familie onderzoek (verwantschap)
Medisch onderzoek (erfelijke ziekten)
Fraudeonderzoek
Data-opslag
eDNA
Slide 9 - Tekstslide
eDNA
(environmental DNA)
Restanten DNA van overblijfselen, zoals poep, dode huidcellen etc dat in de omgeving komt.
Organismen onderzoeken
zonder ze te vangen.
Slide 10 - Tekstslide
Crispr-cas
Crispr-cas is een methode van gene editing (gen-aanpassing). Hierbij worden gericht wijzigingen aangebracht in de genen van een organisme. Een stukje van de code wordt aangepast, waardoor eigenschappen veranderen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Toepassingen crispr-cas
Slide 14 - Tekstslide
Discussie:
argumenten voor en tegen genetische modificatie.
Voor Enkele voorbeelden: Tegen
De voedselopbrengst wordt hoger.
De mens heeft niet het recht de erfelijke eigenschappen van organismen naar eigen inzicht te veranderen.
Sommige gewassen worden bestand gemaakt tegen ziekten, waardoor minder chemische bestrijdingsmiddelen nodig zijn.
Meer van bestrijdingsmiddelen kunnen worden gebruikt.
Medicijnen beter, sneller en goedkoper worden geproduceerd.
Genetisch gemodificeerde organismen kunnen in de natuur terechtkomen en zich verspreiden. We weten niet wat de gevolgen daarvan kunnen zijn.
Slide 15 - Tekstslide
Hoever mag genetische modificatie gaan?
Mag je veevoer genetisch aanpassen?
Mag je voedselgewassen genetisch aanpassen?
Mag je dieren voor consumptie genetisch aanpassen?
Mag je huisdieren genetisch aanpassen?
Mag je wilde dieren genetisch aanpassen?
Mag je mensen genetisch aanpassen?
Met welk doel mag je organismen genetisch aanpassen?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Aan de slag:
Lees basisstof 6 goed door en/of kijk de uitlegvideo
Maak opdr. 1 t/m 6 (+7 )
Kijk goed na en verbeter je fouten
Klaar?
Oefenen: Samenhang/Flitskaarten
Slide 19 - Tekstslide
Wat is klassieke biotechnologie
A
Betere eigenschappen door fokken of veredeling
B
Betere eigenschappen door genetische modificatie
C
Nakomelingen krijgen
D
Genetische modificatie
Slide 20 - Quizvraag
Biotechnologie wordt toegepast op:
A
voedingsmiddelen
B
geneesmiddelen
C
hormonen/enzymen
D
alle antwoorden
Slide 21 - Quizvraag
Wat kan er fout gaan bij biotechnologie?
A
Dat er schadelijke bacteriën vrijkomen
B
Misvormde dieren
C
Sterker worden bij gebruik genetisch gemodificeerd voedsel
D
Dat het te duur wordt
Slide 22 - Quizvraag
Wat is biotechnologie?
A
Het inbrengen van nieuwe informatie in Bacteriën
B
een verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens.
Slide 23 - Quizvraag
Welke groep vormt de nauwst nog levende verwanten van de vogels?