Spelling-blok 1

Deze les gaan we aan de slag met spelling
1) We leren hoe we een  pv in de tegenwoordige tijd spellen. 
2) 
  • Je kunt de regels toepassen op de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
  • https://youtu.be/VZt5A-QKimA?si=cterFG78U-cm-FEZ



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les gaan we aan de slag met spelling
1) We leren hoe we een  pv in de tegenwoordige tijd spellen. 
2) 
  • Je kunt de regels toepassen op de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
  • https://youtu.be/VZt5A-QKimA?si=cterFG78U-cm-FEZ



Slide 1 - Tekstslide

De regel voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Bij: jij/hij/zij/het en zelfstandige naamwoorden
Stam+t

Hij werkt/ fietst/ zwemt/ probeert/ gooit/ verandert
De stam van een werkwoord is het hele werkwoord min -en-


Slide 2 - Tekstslide

Trucje (regel van overeenkomst)
Vervang het werkwoord in de t.t. door het werkwoord 'werken'.

Hij werkt            je hoort een t, dus bij alle andere werkwoorden komt er ook een t bij!

Let op! Staat je/jij vóór het werkwoord? Dan géén t erbij!

Werk jij?......     Dus ook: word jij?

Slide 3 - Tekstslide

Let op!
verhuizen – verhuiz – (ik) verhuis
beloven – belov – (ik) beloof
vertalen – vertal – (ik) vertaal

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de stam van een werkwoord?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

Slide 6 - Open vraag

(Worden) je niet gek van dat gezeur?
A
word
B
wort
C
wordt

Slide 7 - Quizvraag

Zij (worden) morgen achttien.
A
word
B
wort
C
wordt

Slide 8 - Quizvraag

Hoe laat (worden) de uitslag bekend gemaakt?
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 9 - Quizvraag

Hij (kneden) het deeg zorgvuldig.
A
kneed
B
kneet
C
kneedt

Slide 10 - Quizvraag

(Kneden) jij vandaag het deeg voor de pizza?
A
kneed
B
kneet
C
kneedt

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn lidwoorden?
A
De, het en een
B
Doe-woorden
C
Zelfstandige naamwoorden
D
De

Slide 12 - Quizvraag

Lidwoorden staan altijd voor zelfstandige naamwoorden
A
Onjuist
B
Juist

Slide 13 - Quizvraag

Ik weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd moet spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Log in op de methode

Slide 15 - Tekstslide

Groepscode 

2K1 -  UJF4IE68


Livia, Jaynah, Caiban en Vinn log in met: 2HC6DIJ6

Slide 16 - Tekstslide

Groepscode 

2K3 -  ZDF66C8Q



Slide 17 - Tekstslide

Zelf aan de slag

Maak van Blok 1 GRAMMATICA 1.3 T/M 1.5
Maak van Blok 1 SPELLING opdracht 1. 6 EN 1.7 





timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

HUISWERK volgende les
Blok 1 SPELLING opdracht 1. 6 EN 1.7

Slide 19 - Tekstslide

Dictee nakijken
Politiehonden zijn niet voor niets vaak herders. Ze bezitten de goede eigenschappen. Herders zijn gehoorzame, moedige en enthousiaste honden. Met hun lange neus kunnen ze goed ruiken. Zo helpt de hond met het vinden van misdadigers. Hij zal hun spoor volgen. Heeft een persoon een voorwerp aangeraakt? De politiehond besnuffelt dan het voorwerp. Vervolgens zal hij de verdachte vrijwel zeker kunnen aanwijzen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide