Spelling en grammatica-blok 1-herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

(Worden) je niet gek van dat gezeur?

1. word
2. wort
3. wordt

Zij (worden) morgen achttien.

1. word
2. wort
3. wordt

Hoe laat (worden) de uitslag bekend gemaakt?

1. word
2. wordt
3. wort

Hij (werken) aan zijn opdracht.

1. werk
2. werkd
3. werkt

(Kneden) jij vandaag het deeg voor de pizza?

1. kneed
2. kneet
3. kneedt

Wat is de persoonsvorm (pv) in de zin:
Mijn broertje verzamelt voetbalplaatjes.

1. Mijn broertje
2. voetbalplaatjes
3. verzamelt

Hoor je dat geluid in de keuken?

1. dat geluid
2. hoor
3. in de keuken

Zullen we straks een spelletje doen?

1. doen
2. zullen
3. straks

Wat is het voltooid deelwoord (vd) in de zin:

Ik ben verhuisd.

1. ben
2. ik
3. verhuisd

Ik heb de marathon gelopen.

1. heb
2. ik
3. gelopen

Ik ben sinds gisteren afgestudeerd.

1. ben
2. afgestudeerd
3. sinds

Wat is het werkwoordelijk gezegde? (wwg)

Ik heb tomaten gekocht.

1. heb
2. gekocht
3. heb gekocht

Wij waren naar Amsterdam gegaan.

1. waren gegaan
2. waren
3. gegaan

Hebben jullie afgelopen weekend gefeest?

1. gefeest
2. hebben
3. hebben gefeest

2K1 - Zelf aan de slag

Maak van Blok 1 de opdrachten van Onze Taal af.

Je werkt zelfstandig ZONDER te praten.

2K3 - Zelf aan de slag

Bijspijkeren grammatica-opdrachten 1.3/1.4/1.5

Je werkt zelfstandig ZONDER te praten.

Dictee nakijken

Politiehonden zijn niet voor niets vaak herders. Ze bezitten de goede eigenschappen. Herders zijn gehoorzame, moedige en enthousiaste honden. Met hun lange neus kunnen ze goed ruiken. Zo helpt de hond met het vinden van misdadigers. Hij zal hun spoor volgen. Heeft een persoon een voorwerp aangeraakt? De politiehond besnuffelt dan het voorwerp. Vervolgens zal hij de verdachte vrijwel zeker kunnen aanwijzen.