Nederlands klas 1 Lijdend voorwerp

Nederlands klas 1
Week 5 2021
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands klas 1
Week 5 2021

Slide 1 - Tekstslide

Deze week
Stillezen – leesboek 3 x 15 minuten
Huiswerk station, actief lezen
Nakijken perron 2 opdracht 13, 14, 15, 16, 17
Instructie Perron 2 + maken opdracht 18, 19, 20, 21
Zelfstandig werken
Nieuwsbegrip:
Actief lezen
woordenschat
Schrijfopdracht (NOG 1 WEEK.... heb er nog maar 3 ontvangen)
Afsluiting – reflectie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen deze week
Aan het einde van de les:
Kun je een lijdend voorwerp herkennen in een zin

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige week
WWG
Bestaat uit 1 of meerdere werkwoorden
De persoonsvorm = altijd onderdeel van wwg
Alle werkwoorden in de zin is WWG

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorige week:
Zelfstandig werkwoord = belangrijkste ww in een zin
Mijn buurman koopt de nieuwste iPhone.
Hulpwerkwoord
Mijn buurman heeft de nieuwste iPhone gekocht
Heeft = hulpwerkwoord
Gekocht = zelfstandig werkwoord


Slide 5 - Tekstslide

Koppel werkwoord
Een werkwoord dat aangeeft dat iets of iemand iets:
 is of wordt
Voorbeeld: Die kinderen zijn nieuwsgierig.
Djesro wordt piloot.
We leren er 2: zijn en worden

Slide 6 - Tekstslide

Station deze week
Een lijdend voorwerp (blz 32)
Wat/Wie + persoonsvorm + onderwerp + WWG
Niet elke zin heeft een LV


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld LV:
Mijn zusje/heeft/gisteren/het spel Angry Birds/gedownload
PV=heeft, Onderwerp=Mijn zusje, wwg=heeft gedownload
Lijdend voorwerp = wat heeft mijn zusje gedownload?
antwoord= het spel Angry Birds

Slide 8 - Tekstslide

Nog een voorbeeld LV:
Op het schoolfeest / hebben / we / een potje tafelvoetbal / gespeeld. 
pv=hebben
ond=we
wwg=hebben gespeeld
lv=een potje tafelvoetbal

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is het lv?
Doorgaans krijgen scholieren zakgeld.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het lv?
Een deel van dat zakgeld kunnen ze echter sparen.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het lv?
Dat doen ze dan ook.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het lv?
Het Nibud onderzoekt elk jaar de geldzaken van scholieren.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het lv?
Sommige scholieren moeten ook hun eigen kleding betalen.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het lv?
Mevrouw Koers noteert de scores meteen op een groot bord.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het lv?
Meneer de Groot kijkt die uitslagen elke keer goed na!

Slide 17 - Open vraag

Wat is het lv?
Deze Nederlands docent laat ook steeds een bel luiden.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het lv?
Welke leerling gaat de meeste potjes winnen?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het lv?
De hoofdpersoon in dit boek woont in een klein Belgisch kustplaatsje.

Slide 20 - Open vraag

Werk deze week:
Maken vanaf blz. 32 opdracht 18, 19, 20, 21

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen behaald
Wat ging goed, wat kan beter

Slide 22 - Tekstslide