Les persoonijke voornaamwoorden

1 / 23
volgende
Slide 1: Video
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Persoonijke voornaamwoorden
Grammatica: Werkwoordsvormen

1 persoon                                      meer personen

ik                                                     we
je                                                     jullie
hij                                                    ze
ze

Slide 2 - Tekstslide


- Werken aan taak in groepjes
- oefenen met kloktijden
- Filmpje huis
- Lied nieuw huis


Slide 3 - Tekstslide

Het is 4 uur.
Het is half 5.

Slide 4 - Tekstslide

Het is kwart voor 8
Het is kwart over 8

Slide 5 - Tekstslide

Hoe laat is het?
A
kwart voor 11
B
kwart over 11

Slide 6 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
half 11
B
half 12

Slide 7 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
kwart voor 5
B
kwart over 5

Slide 8 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
kwart voor 4
B
kwart over 4

Slide 9 - Quizvraag

Het is 5 voor 11.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Het is 10 over 11.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Het is 5 over 11.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Het is half 6.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

                                            werken:




1 persoon
meer personen
ik werk
we werken
je werkt
u werkt
jullie werken
hij werkt
ze werkt
ze werken

je werkt bij de Hema.
Werk je bij de Hema

Slide 15 - Tekstslide

Werken:
Kies de goede vorm.
Hij ....... elke dag
A
werk
B
werkt
C
werken

Slide 16 - Quizvraag

Werken:
Wij ............ heel hard.
A
werk
B
werkt
C
werken

Slide 17 - Quizvraag

Werken:
Ik ....... heel veel.
A
werk
B
werkt
C
werken

Slide 18 - Quizvraag

Werken:
Jullie ........... op maandag.
A
werk
B
werkt
C
werken

Slide 19 - Quizvraag

Werken:
U ............ op zondag.
A
werk
B
werkt
C
werken

Slide 20 - Quizvraag

Werken:
................ je vandaag ook?
A
werk
B
werkt
C
werken

Slide 21 - Quizvraag

Ga naar OV 9292.nl

Van adres school naar het Rijksmuseum in Amsterdam.

Welk vervoer heb ik nodig?
Hoe vaak moet ik overstappen?
Hoe laat moet ik vertrekken?
Hoe laat kom ik aan


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video