Oefenen contact 3
1 / 24
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
vervoegingen werkwoord avoir
Slide 2 - Open vraag
vervoegingen werkwoord être
Slide 3 - Open vraag
vervoegingen werkwoord aller
Slide 4 - Open vraag
Zet om naar futur proche:
Je danse avec une copine.
Je danse avec une copine.
Slide 5 - Open vraag
Zet om naar futur proche:
Je bois un café.
Je bois un café.
Slide 6 - Open vraag
Zet om naar FP:
On mange des pommes.
On mange des pommes.
Slide 7 - Open vraag
Zet om naar FP:
Je fais des exercices.
Je fais des exercices.
Slide 8 - Open vraag
Vous regardez un film?
Slide 9 - Open vraag
Het is 5 uur.
Slide 10 - Open vraag
Het is 11 uur.
Slide 11 - Open vraag
Het is half 6.
Slide 12 - Open vraag
Het is kwart voor 7.
Slide 13 - Open vraag
Het is kwart na 4.
Slide 14 - Open vraag
Het is middernacht.
Slide 15 - Open vraag
Het is half 10.
Slide 16 - Open vraag
Het is kwart voor 9.
Slide 17 - Open vraag
Het is kwart over 2.
Slide 18 - Open vraag
Het is middag.
Slide 19 - Open vraag
Het is half 2.
Slide 20 - Open vraag
16:20
Slide 21 - Open vraag
7:10
Slide 22 - Open vraag
16:50
Slide 23 - Open vraag
20:40
