H3: Herhaling ser/estar + gerundio

Herhaling hoofdstuk 4

- het gebruik van ser/estar/hay
- de gerundio
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 4

- het gebruik van ser/estar/hay
- de gerundio

Slide 1 - Tekstslide

Wat iemand of iets is 
Waar iemand of iets is
Er is/ er zijn
HAY
ESTAR
SER

Slide 2 - Sleepvraag

¿Hay, ser, estar?

¿ _________________ el amigo de Juan?
A
hay
B
estás
C
eres

Slide 3 - Quizvraag

Gramática: ser/estar/hay:

Mi habitación ... al lado del baño
A
está
B
es
C
hay
D
somos

Slide 4 - Quizvraag

¿Hay, ser, estar?

¡Hola!, Yo ___________________ Marco.

A
eres
B
hay
C
estoy
D
soy

Slide 5 - Quizvraag

Gramática: ser/estar/hay:

Mi coche ... de color rosa
A
está
B
es
C
hay
D
somos

Slide 6 - Quizvraag

ser/estar/hay
Ana y Isa ______ españolas

Slide 7 - Open vraag

Wat komt hier? ser/estar/hay
_____ una panadería por aquí

Slide 8 - Open vraag

Kies het juiste werkwoord "ser- estar- hay":
1)Mis amigos ....... en la playa.
2) Juan y yo ....... compañeros de clase.

Slide 9 - Open vraag

Vul in ser/estar/hay
Ana ____ holandesa.

Slide 10 - Open vraag

Kies hay, ser of estar:
_________ muchas bicicletas en Holanda.

Slide 11 - Open vraag

Ser
Estar
... met mijn 
vriend in het park
... op vakantie
... blauw
... op de kast
... verdrietig
... vrienden
... postbode
... in bad
... Spaans
Waar ... ?
... knap
... blij
... Maria
... groot

Slide 12 - Sleepvraag

Los amigos _____ (ser) amables.
Hoy, nosotros______(estar) en clase 233.
¿Cómo ________(estar) tu madre?
Yo _______ (estar) en la casa de mi abuela
Vosotros _____ (estar) en Barcelona.
María y Javier_____(ser) los padres de Alberto.
Nosotros ______(ser) hombres altos
Yo _______ (ser) Rubén, ¡Encantado! 
son
estamos
está
estoy
estáis
son
somos
soy

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is de gerundio?
voorbeeld?

Slide 14 - Woordweb

(Ik ben aan het luisteren)___ ____ la radio.

Slide 15 - Open vraag

(Jij bent aan het zwemmen)____ ____ en la piscina.

Slide 16 - Open vraag

(Wij zijn aan het maken)_____los deberes.

Slide 17 - Open vraag

Jullie zijn aan het koken

Slide 18 - Open vraag

U bent aan het praten

Slide 19 - Open vraag