Leseverstehen und Modale Verben
1 / 21
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Vertaal: unruhig
Slide 5 - Open vraag
Vertaal: versuchen
Slide 6 - Open vraag
Vertaal: entspannen
Slide 7 - Open vraag
Vertaal: fernsehen
Slide 8 - Open vraag
Vertaal: erlauben
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Waarom neemt de verteller zijn hond mee naar school?
A
De verteller wordt onrustig als hij alleen is
B
De hond wordt onrustig als hij alleen thuis is
C
Omdat zijn hond eten moet krijgen
D
Omdat het een hulphond is
Slide 11 - Quizvraag
Waarom moet de verteller genoeg slaap krijgen?
A
Omdat hij veel uren actief moet zijn
B
Omdat hij dan niet kan werken
C
Omdat hij dan genoeg energie heeft om de hond uit te laten
D
Omdat hij anders moe is
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer kan de verteller zich niet goed concentreren?
A
Als hij niet genoeg eet en drinkt
B
Als hij niet genoeg eet
C
Als hij te veel eet en drinkt
D
Als hij niet genoeg drinkt
Slide 13 - Quizvraag
Wat doet de verteller vaak als hij thuiskomt?
A
Hij gaat dan wat eten
B
Hij moet dan zijn hond uitlaten
C
Hij gaat dan slapen
D
Hij moet dan vaak zijn huiswerk maken
Slide 14 - Quizvraag
Wat mag de verteller niet van zijn ouders?
A
Naar de bioscoop gaan
B
uitgaan met zijn vrienden
C
heel laat thuiskomen
D
eten met zijn vrienden
