Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Modalverben WEM
Modalverben + wissen
Leerdoelen:
Ik kan de modale werkwoorden benoemen
Ik kan de modale werkwoorden toepassen
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Modalverben + wissen
Leerdoelen:
Ik kan de modale werkwoorden benoemen
Ik kan de modale werkwoorden toepassen
Slide 1 - Tekstslide
Modale werkwoorden
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
mogen, toestemming
kunnen
houden van
moeten
moeten,zullen
willen
Slide 4 - Tekstslide
Ik weet wat er wordt bedoeld met "Modalverben"
A
Ja ik snap het helemaal.
B
Ja, maar ik ken de rijtjes nog niet.
C
Mwoah, ik heb nog wel wat hulp nodig.
D
Nee, geen idee. Wat voor verben?
Slide 5 - Quizvraag
Modalverben
- Geven extra info over een ander werkwoord.
- Er zijn er 6+1 (dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen,
wissen)
- Enkelvoud (ich-du-er/sie/es) gaat anders dan normaal
- ich en er/sie/es zijn gelijk en krijgen geen extra letters
(uitgang)
Slide 6 - Tekstslide
Hoeveel Modalverben zijn er?
A
3
B
4
C
7
D
10
Slide 7 - Quizvraag
Welke van deze werkwoorden zijn Modalverben?
A
machen, wohnen, lernen
B
trainieren, fotografieren telefonieren
C
müssen, können, dürfen
D
gehen, stehen, geben
Slide 8 - Quizvraag
Vervoegingen
van het werkwoord
"müssen"
Slide 9 - Woordweb
Vervoegingen
van het werkwoord
"dürfen"
Slide 10 - Woordweb
Vervoegingen
van het werkwoord
"wissen"
Slide 11 - Woordweb
Vervoegingen
van het werkwoord
"können"
Slide 12 - Woordweb
Welke persoonlijke voornaamwoorden krijgen géén uitgang bij Modalverben?
A
wir - Sie
B
ihr - er/sie/es
C
ich - wir
D
ich - er/sie/es
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent "mögen"
A
durven
B
mogen
C
houden van
D
lekker vinden
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent "dürfen"
A
durven
B
mogen
C
houden van
D
lekker vinden
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent "sollen"
A
zullen
B
moeten (van een ander)
C
gaan
D
alle drie de opties
Slide 16 - Quizvraag
Vertaal deze zin :
Ich muss zur Schule.
A
Ik wil naar school.
B
Ik moet naar school.
C
Ik durf naar school.
D
Ik kan naar school.
Slide 17 - Quizvraag
Vertaal deze zin :
Ik weet hoe oud jij bent.
A
Ich wissen, wie alt du bist.
B
Ich weißt, wie alt du bist.
C
Ich mag wie alt du bist.
D
Ich weiß, wie alt du bist.
Slide 18 - Quizvraag
Heb je het gevoel dat je de Modalverben begrijpt?
A
Begrijp en ken het wel, komt goed! (100%)
B
Ken de rijtjes nog niet, maar snap wat de bedoeling is! (75%)
C
Ik snap het nu nog niet zo, maar komt wel (50%)
D
Ik vind het nog erg moeilijk (25%)
Slide 19 - Quizvraag
Hast du Fragen?
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Modalverben WEM
April 2021
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Modalverben
Mei 2022
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
modale werkwoorden Lektion 1
April 2024
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
modale werkwoorden
3 dagen geleden
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Modalverben und wissen
28 dagen geleden
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Modalverben incl. uitleg Kapitel 8 - 2tl - NK 7.0
Februari 2024
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Les 18
April 2024
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3VWO Modale werkwoorden
30 dagen geleden
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2