P1_Les 1_Grond

Grond
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Bouwkunde- constructieleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grond

Slide 1 - Tekstslide

Werkwijze
In deze interactieve les zitten vragen verwerkt die jullie beantwoorden. 

De theorie die in de les is verwerkt fungeert als samenvatting van de informatie die in NU Techniek te vinden is.
Doe actief mee met de les. De theorie en de vragen komen terug in de toets over grond.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Welke grondsoorten zijn er in Nederland met de kenmerken.
Je kent 4  grondsoort proeven
Welke manieren zijn er om te sonderen
Welke 3 grondwater proeven zijn er

Slide 3 - Tekstslide

Welke grondsoorten ken je?

Slide 4 - Woordweb

Nieuwe woorden en begrippen
Schrijf op een apart bladje de woorden of begrippen op welke je niet begrijpt.

Later in de presentatie heb je deze nodig.

Slide 5 - Tekstslide

Grondsoorten in Nederland
Zand
Rivierklei
Zeeklei
Veengrond
Löss

Slide 6 - Tekstslide

grote porien
kleine porient
horizontale kanaaltjes
uitstekend
soms wel/soms niet
totaal ongeschikt

Slide 7 - Sleepvraag

Uitleveren van grond
Als grond wordt uitgegraven (of geroerd) 
neemt het in volume toe omdat er meer 
lucht tussen de grond komt. 
Dit noemt men uitleveren. 
Volume toename: Zand 10 tot 15 % 
                                     

Slide 8 - Tekstslide

Inklinken van grond.
Door de druk van de bovenliggende grond wordt geroerde grond die men gebruikt om de bouwput aan te vullen weer samengedrukt (aantrillen)
het volume wordt dus kleiner. 
Dit noemt men inklinken. 

Slide 9 - Tekstslide

Welke grondsoort heeft de meeste draagkracht?
A
Klei (zee/ rivier)
B
Veen
C
Zand
D
Löss

Slide 10 - Quizvraag

Drie soorten grondproeven
Grondsoortproeven: Deze zijn bedoeld om te kijken welke grondsoorten er in de bodem zitten, en ook op welke diepte. Dit bepaalt voor een deel hoe er gefundeerd moet worden.
  
Gronddrukproeven: Deze bepalen het draagvermogen (sterkte) van de grond.
Grondwaterproeven: Deze zijn nodig om de hoogte van het grondwaterpeil te bepalen. I.v.m. funderingswerkzaamheden en houten palen.

Slide 11 - Tekstslide

Put graven
Visiteren
Pulsen
Boren
Steken

Slide 12 - Sleepvraag

Gronddrukproeven
Deze zijn nodig om te zien of de grond voldoende draagvermogen heeft om het gebouw te dragen. We meten op welke diepte welke gronddruk zit.
Gronddruk kan worden bepaald door middel van sonderingen.
Bij het sonderen maakt men gebruik van 
een elektrische kleefmantel-conus. 
Deze meet de puntweerstand
mantelwrijving, waterspanning,
en temperatuur. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

       Grondboringgrafiek
Door middel van Grondonderzoek krijg je verschillende grondboringsgrafieken.
Vanuit die grondboringsgrafieken
bepaalt de constructeur uiteindelijk wat voor een soort
fundering er moet worden toegepast. 

Grondlagen uit boringen

Slide 15 - Tekstslide

Sondergrafiek
 aflezen

Slide 16 - Tekstslide

Op een diepte van -1,5m tov NAP zit een conusweerstand van 10Mpa en een laagdikte  van 1 meter

Slide 17 - Tekstslide

Sonderingsgrafiek
Bekijk de grafiek, welke conusweerstand zit er op een diepte van 18 meter?
Onthoud dit voor de volgende vraag.

Slide 18 - Tekstslide

Welke conusweerstand zit er op een diepte van 18 meter? Antwoord vanuit de grafiek uit de vorige slide.

Slide 19 - Open vraag

Wat meten we met een sondering?
A
De grondsoort
B
De grondwaterstand
C
Of er metalen in de grond zitten
D
Gronddruk op verschillende diepte

Slide 20 - Quizvraag

Freatisch vlak
Overzicht van pendulair (1), funiculair (2), 
 capillaire (3) grondwater.
Het water beneden de grondwaterspiegel 
wordt freatisch (vlak 4)genoemd, 
de grond eronder is
 volledig verzadigd.

Slide 21 - Tekstslide

Grondwaterproeven
Om graafwerkzaamheden mogelijk te maken. In het water kan men niet ontgraven.
Kelders onder woningen. (ivm waterdichte kelders)
Houten paalfunderingen onder gebouwen. (houten palen moeten altijd minstens 200 mm onder de laagst gemeten grondwaterstand blijven).

Slide 22 - Tekstslide

Verticale bronbemaling
Bronbemaling voor het tijdelijk verlagen van het grondwaterpeil voor graafwerkzaamheden voor fundering en kelders.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe wordt de punt van een sondeerstaaf genoemd?
A
Meetpunt
B
Kegel
C
Conus
D
Meetkop

Slide 24 - Quizvraag

Noem 5 woorden die je vanuit de presentatie niet begrepen hebt.

Slide 25 - Open vraag

Samenvatting
Grondsoorten Nederland, zand, (rivier)klei, veengrond, löss. 
Uitleveren van grond, er komt ruimte tussen de korrels, volume wordt groter.
Inklinken grond wordt samengedrukt.
Gronddruk, sonderen kijken op welke diepte, welke gronddruk zit.
Grondboring kijken op welke diepte, welke grondsoort zit.
Grondwater meten we in een boorgat met een bv dompelklokje. Grondwaterstand is belangrijk voor graafwerkzaamheden.

Slide 26 - Tekstslide