les 5 en les 6 Instructie en herhaling H4 tegenargumenten en weerleggingen VWO3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

les 5 di. 9 april 

Instructie h4 Tegenargumenten en weerleggingen

Welkom v3a! start met lezen          

Planning: 

Opening

Maken en 

bespreken: oefentoets h3

Instructie H4 blz. 114 en 115

Pauze

Zelfstandig werken 

Afsluiting

Welkom g3a! start met lezen

Planning

Maken en bespreken: 

oefentoets h3

Instructie H4 blz. 114 en 115

Pauze

Zelfstandig werken

Afsluiting

Bespreken/maken:  oefentoets h3

Maak de papieren oefentoets: i.i.g. tot en met vraag 6 

Klaar? Maak de oefentoets online

G3A1: check eerst de antwoorden 

op volgende slide van hw: 

opgave 4 en 5 en startopgave

Bespreken/nakijken:  blz. 84 opdracht 4 , 

1 Julius Jaspers’ reclame voor Remia Fritessaus

2 alinea 1

3 overtuigen

4  corpulent (al. 1) dik; zwaarlijvig

karakteristiek (al.1) typerend

zijn neus ophalen voor (al. 2) minderwaardig vinden

Over smaak valt niet te twisten. (al. 4) Over verschil in smaak moet men geen ruzie maken.

gooit te grabbel (al. 5) gooit zomaar weg; offert op

pionier (al. 5) iemand die als eerste iets onderneemt

noodlijdend (al. 6) met te weinig geld; armoedig

etablissement (al. 6) zaak

5 De frietsaus bevat weinig vet, dus denken mensen dat deze gezond is, maar dat klopt niet. Doordat er namelijk extra veel suiker aan wordt toegevoegd, is de frietsaus (nog steeds) ongezond.

Bespreken/nakijken:  blz. 84 opdracht 4 , 

Bespreken/nakijken:  blz. 84 opdracht 4 , 

7 a (uitleg: In mayonaise zit namelijk helemaal geen suiker) en g (uitleg: Deze feiten zijn controleerbaar: Cas Spijkers heeft inderdaad zijn sterren verloren.)

8 D

9 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld vanwege het geld, omdat hij de frietsaus van Remia lekker vindt, of om meer naamsbekendheid te krijgen

10 Zij houden hun werk en de dingen die zij aanprijzen in hun reclames strikt gescheiden.

11 Je kunt de spottende (ironische) ondertoon vinden in zinnen als:

- Ach, ach, ach, Julius Jaspers, waarom nu toch? (al. 1)

- Misschien houdt Julius gewoon van waterige imitatiemayonaise met suiker? Kan toch? (al. 4)

- Als je het van de frietsaus moet hebben voor je gezondheid, dan is het toch al te laat. (al. 4)

- (..) uit het zompige moeras van glazige aardappels, schoenzoolvlees en sufgekookte groentes wist te trekken. (al. 5)

Bespreken/nakijken:  

blz. 85 opdracht 5.1 en 5.7, 5.8, 5.9  

1 (boeken kopen in) de boekhandel 

Bespreken/nakijken: 

startopdracht blz. 114 

1 verbranding van kledingafdankertjes voor stadsverwarming

2 Kledingverbranding voor stadsverwarming is een milieubewuste oplossing.

3 Het is een passende oplossing voor kledingafval, dat anders nutteloos op de stortplaats eindigt om daar alsnog verbrand te worden.

4 Energie uit afval is net zo milieuonvriendelijk als het gebruik van fossiele grondstoffen.

5 De verbranding van afval veroorzaakt de helft minder broeikasgassen dan fossiele grondstoffen.

H4 Tegenargumenten (TA) en weerleggingen (WL)

Kledingverbranding voor stadsverwarming is een milieubewuste oplossing

Het is een passende oplossing voor kledingafval, dat anders nutteloos op de stortplaats eindigt om daar alsnog verbrand te worden

S:

A:

TA:

Energie uit afval is net zo milieuonvriendelijk als het gebruik van fossiele grondstoffen

De verbranding van afval veroorzaakt de helft minder broeikasgassen dan fossiele grondstoffen

WL:

- Tegenargumenten en weerleggingen-

 Tegenargument > betwist een standpunt. 

= een reden waarom het standpunt onjuist is.

 

 Weerlegging > ontkracht het tegenargument 

= een reden waarom het tegenargument niet klopt.

Lees je van standpunt naar argument, dan kun je daar signaalwoorden als WANT en OMDAT tussen zetten (of ze staan er al).

Lees je van argument naar standpunt, dan kun je daar DUS en DAAROM tussen zetten (of ze staan er al). 

Signaalwoorden in de tekst van tegenargumenten: 

  

 > (Tegen)argument 

want, omdat, immers, dat blijkt uit, namelijk, 

de reden hiervoor is, etc.

! Beiden worden vaak voorafgegaan door signaalwoorden die een tegenstellend verband aangeven: 

Een tegenargument en een weerlegging worden vaak voorafgegaan door 

signaalwoorden, die een tegenstellend verband aangeven:  

daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, 

ofschoon, ondanks dat, aan de andere kant, 

daar staat tegenover dat... 

Hoofstuk 4 blz. 114/115 Oefenen

Lees de zinnen, zet het in een argumentatiestructuur. Noteer wat het is:  

S (standpunt) - A(argument) - TA(tegenargument - WL (weerlegging) 

a. Leerlingen weten nauwelijks meer wat er in de wereld speelt. 

b. Leerlingen volgen het nieuws op een andere manier, via social media i.p.v. de krant. Maar dat wil niet zeggen dat ze niet op de hoogte zijn. 

c. Het nieuws zou veel meer aandacht moeten krijgen in de klas. 

d. Scholen geven al meer dan genoeg aandacht aan nieuwsquizzen of maatschappijleer. 

Antwoord

S (standpunt): 

c. Het nieuws zou veel meer aandacht moeten krijgen in de klas.

 A(argument):

a. Leerlingen weten nauwelijks meer wat er in de wereld speelt. 

TA(tegenargument):

b. Leerlingen volgen het nieuws op een andere manier, via social media i.p.v. de krant. Maar dat wil niet zeggen dat ze niet op de hoogte zijn.  

WL (weerlegging) 

 d. Scholen geven al meer dan genoeg aandacht aan nieuwsquizzen of maatschappijleer. 

Antwoord

C (standpunt)

A (argument)

B (tegenargument)

D (weerlegging)

Aan het werk

Maak opdracht 2.6, 2.7. 2.8 t/m 2.13  blz. 115 

en opdracht 4.4, 4.6 , 4.7, 4.8 blz. 118 

Afsluiting

Huiswerk 10/11 april: 

Leren h3 en h4 theorie

blz. 81 en blz. 114/115

Volgende les 10/11 april:

herhaling

H 4 Tegenargumenten

les 6 woe/do 10/11 april

Herhaling H 4 Tegenargumenten en weerleggingen

Welkom v3a! start met lezen          

Planning: 

Kort instructiefilmpje

Bespreken opdracht 2

Oefenen met opdracht 4

       Maken oefentoets h4 zelfstandig

  Afsluiting

Welkom g3a! start met lezen

Planning

Kort instructiefilmpje

Bespreken opdracht 4

       Maken oefentoets h4 zelfstandig

  Afsluiting

Bespreken huiswerk V3a

 Opdracht 2 vraag 6 t/m 13  blz. 115 

Bespreken huiswerk G3a

Opdracht 4 vraag 4, vraag 6 t/m 8 blz. 118 

Maken:  oefentoets h4

Maak de papieren oefentoets: i.i.g. tot en met vraag 8 

Klaar? Maak de oefentoets h4 online

Leer h3 en h4 over argumentatie

voor de repetitie op ................

Afsluiting

Huiswerk di. 16 april: 

Leren theorie h3 blz. 81 

(REP dl. 1)

Huiswerk di. 23 april: 

Leren Rep h4 theorie

 blz. 114/115 (REP dl.2)

Volgende les 18 april:

Oefeningen H4  en verder met maken en bespreken oefentoets h4