Ontdek de wereld van radioactiviteit

Nakijken opdrachten
Ga zitten volgens de plattegrond

telefoon in de telefoontas. 

nakijken opdrachten 1 t/m 12 (zelf nakijken uitzetten)
leerling leest voor wat hij of zij heeft ingevuld.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nakijken opdrachten
Ga zitten volgens de plattegrond

telefoon in de telefoontas. 

nakijken opdrachten 1 t/m 12 (zelf nakijken uitzetten)
leerling leest voor wat hij of zij heeft ingevuld.

Slide 1 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen.
Ontdek de wereld van radioactiviteit

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je radioactiviteit beschrijven en weet je wat instabiele kernen.

Slide 3 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van de les en zorg ervoor dat de leerlingen begrijpen wat ze aan het einde van de les zullen leren.
Wat weet je al over radioactiviteit?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is radioactiviteit?
Radioactiviteit is het proces waarbij een atoomkern straling uitzendt en verandert in een andere element.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat radioactiviteit is en wat de gevolgen kunnen zijn.
Soorten straling
Er zijn drie soorten straling: alfa, bèta en gamma. Alfastraling bestaat uit deeltjes van heliumkernen, bètastraling bestaat uit elektronen en gammaradiatie is elektromagnetische straling.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf de drie soorten straling en laat voorbeelden zien van elk type.
Instabiele kernen
Een instabiele kern is een kern die spontaan kan vervallen en radioactieve straling uitzendt.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat instabiele kernen zijn en waarom ze radioactieve straling uitzenden.
Hoe meten we radioactiviteit?
Radioactiviteit wordt gemeten in Becquerel (Bq). Een Becquerel is één verval per seconde.

Slide 8 - Tekstslide

Laat zien hoe radioactiviteit wordt gemeten en welke bekende eenheid wordt gebruikt.
Maken opdrachten
Maak opdrachten 16, 17, 18, 21, 22ab en 24

Slide 9 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Halfwaardetijd
Halfwaardetijd is de tijd die het kost voor de helft van de atoomkernen in een andere kern  te vervallen.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat halfwaardetijd is en hoe het wordt gebruikt om de radioactieve vervalprocessen te beschrijven.
Halfwaardetijd
Kijk op het stenselblad.  vervallen.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat halfwaardetijd is en hoe het wordt gebruikt om de radioactieve vervalprocessen te beschrijven.
Halfwaardetijd
berekenen van halfwaardetijd.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat halfwaardetijd is en hoe het wordt gebruikt om de radioactieve vervalprocessen te beschrijven.
Halfwaardetijd
Voorbeeld berekenen van halfwaardetijd.
In een kerncentrale ontstaat 4 gram van de stof plutonium-239. Deze stof is radioactief afval met een halfwaardetijd van 24 000 jaar.
Neem over in je werkschrift en reken uit. 
a   Hoeveel gram plutonium-239 is er na 48 000 jaar nog over? Leg je                       antwoord uit.
b   Na hoeveel jaar is er nog 0,25 gram plutonium-239 over? Leg je antwoord        uit.

 

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat halfwaardetijd is en hoe het wordt gebruikt om de radioactieve vervalprocessen te beschrijven.
Halfwaardetijd
Voorbeeld berekenen van halfwaardetijd.
In een kerncentrale ontstaat 4 gram van de stof plutonium-239. Deze stof is radioactief afval met een halfwaardetijd van 24 000 jaar.

a   Hoeveel gram plutonium-239 is er na 48 000 jaar nog over? Leg je                       antwoord uit.
Na 24 00 jaar is er nog 2 gram over.
Na 48 000 jaar is er nog 1 gram over. 

 

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit wat halfwaardetijd is en hoe het wordt gebruikt om de radioactieve vervalprocessen te beschrijven.
Halfwaardetijd
Voorbeeld berekenen van halfwaardetijd.
In een kerncentrale ontstaat 4 gram van de stof plutonium-239. Deze stof is radioactief afval met een halfwaardetijd van 24 000 jaar.
b   Na hoeveel jaar is er nog 0,25 gram plutonium-239 over? Leg je antwoord        uit.
24 000 jaar 2 gram
48 000 jaar 1 gram
96 000 jaar 0,5 gram
192 000 jaar 0,25 gram

 

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit wat halfwaardetijd is en hoe het wordt gebruikt om de radioactieve vervalprocessen te beschrijven.
Samenvatting
Radioactiviteit is het proces waarbij een atoomkern straling uitzendt en verandert in een ander element.  Instabiele kernen kunnen spontaan vervallen en radioactieve straling uitzenden. Halfwaardetijd is de tijd die het kost voor de helft van de atoomkernen in een sample om te vervallen. Radioactiviteit kan nuttige toepassingen hebben, maar kan ook gevaarlijk zijn voor levende organismen.

Slide 19 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen.