- vertaal de woorden en zet op de juiste zin
- vertaal het bezittelijk voornaamwoord
- vertaal de ontkenning en maak de zin ontkennend (nooit)
Zet de zin in het meervoud
vertaal het werkwoord en zet het in de juiste vorm / tijd
- lees de tekst en beantwoord de vragen (in het Nederlands)
Vertaal een zin (F-N)