In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Steden
Nederlandse stadswijken
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Terugblik
Uitleg Steden
Lezen + maken opdrachten (Magister)
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Wat moet een stad hebben om een stad te zijn?
Slide 3 - Woordweb
Paragraaf 3: Nederlandse stadswijken
Slide 4 - Tekstslide
Het stadscentrum
Het stadscentrum:
Hart van de stad
- winkels, kantoren, horeca
Oudste deel van de stad
- vanaf de middeleeuwen
- smalle straatjes
- grachtjes
- dicht op elkaar staande gebouwen
- kerk, marktplein, stadsmuur
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Geschiedenis Martinitoren
Wist je dat er eerst twee andere torens hebben gestaan?
De eerste werd gebouwd in de 13e eeuw, maar door blikseminslag werd de toren in 1408 vernietigd!
De toren werd opnieuw gebouwd maar stortte in 1468 in elkaar!
Wist je dat?
Tijdens de Tweede Wereldoorlog overleefde de toren verschillende branden. Onder meer de Grote Markt, de Waagstraat, de Guldenstraat en een belangrijk deel van de Oude Ebbingestraat gingen volledig in vlammen op! De Martinitoren liep echter vrij weinig schade op. In een van de klokken is nog wel altijd een kogelgat te zien.
Iemand de ogen uitsteken
Tijdens de eerste bouw van de toren, was groningen zo trots op de klokken in de toren. Dat de architect nergens anders zulk soort klokken mocht nabouwen. Om dit te voorkomen werd besloten om zijn ogen uit te steken!
De spreekwoorden ‘iemand de ogen uitsteken’ en iemand het licht niet in de ogen gunnen’ zijn hierdoor ontstaan.
Slide 8 - Tekstslide
De arbeiderswijken
Gebouwd na 1850:
Toen: dicht bij de fabrieken
Nu: mensen wonen er graag
- net buiten het centrum
- mooi opgeknapt
- best duur
- veel voorzieningen in
de buurt
Slide 9 - Tekstslide
Na oorlogse wijken
Tegen de arbeiderswijken liggen vooroorlogse wijken
- grotere huizen
- minder dicht op elkaar gebouwd
Daaromheen: naoorlogse wijken
- goedkopere huizen
- hoogbouw
- snel gebouwd, goedkoop
- wordt nu geleidelijk vervangen
Slide 10 - Tekstslide
Jaren-70-wijken
Verder van het stadscentrum
Eengezinswoningen
Meer groen, rust en ruimte
Woonerven
Slide 11 - Tekstslide
Nieuwbouwwijken
Vanaf 1985:
Dicht bij autowegen rondom de stad
Veel verschillende soorten grote huizen
Veel groen, parkeerplaatsen, speelplekken
Ver van het centrum
- goed openbaar vervoer
- fietspaden naar het centrum
Slide 12 - Tekstslide
Vooroorlogse wijken
1910-1940
Eengezinswoningen
Goede kwaliteit
Gezinnen
Tuinwijken (veel groen)
Vooral om te wonen
Slide 13 - Tekstslide
Bedrijven en kantoren
Bereikbaarheid
Rand van de stad
- dicht bij snelweg
- goedkopere grond
Slide 14 - Tekstslide
Sleep de juiste woonwijk naar zijn plek toe
Stadscentrum
Arbeiderswijken
Vooroorlogse wijken
Naoorlogse wijken
Jaren 70-wijken
Nieuwbouwwijken
Slide 15 - Sleepvraag
Slide 16 - Kaart
In wat voor wijk woon jij? (Stadscentrum, Arbeiderswijk, Vooroorlogs, Naoorlogs, Jaren 70, Nieuwbouw)
Slide 17 - Open vraag
Lezen + maken paragraaf 3
Lezen + maken paragraaf 3
Eerste 5 minuten in stilte daarna fluisteren
timer
5:00
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Noem alle 5/6 stadswijken
Slide 20 - Open vraag
Huiswerk:
Maken opdrachten paragraaf 3. Let op! Vink ook alles af in magister me