Paragraaf 3. Nederlandse stadswijken

Hoofdstuk 1. Steden
Paragraaf 3. Nederlandse stadswijken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1. Steden
Paragraaf 3. Nederlandse stadswijken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Terugblik
Leerdoelen
Uitleg paragraaf 3
Lezen + maken paragraaf 3
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog over verstedelijking?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen mavo:

Je kunt stadswijken uit vijf verschillende perioden herkennen.

Je kunt de verschillen tussen de stadswijken uit vijf verschillende perioden verklaren. 
Leerdoelen havo/vwo:

Je kunt wijken uit zes verschillende perioden herkennen.

Je kunt verschillen tussen wijken uit zes verschillende perioden verklaren. 

Slide 4 - Tekstslide

Paragraaf 3: Nederlandse stadswijken

Slide 5 - Tekstslide

Het stadscentrum
Het stadscentrum:

  • Hart van de stad
    - winkels, kantoren, horeca

  • Oudste deel van de stad
    - vanaf de middeleeuwen
    - smalle straatjes
    - grachtjes
    - dicht op elkaar staande gebouwen
    - kerk, marktplein, stadsmuur

Slide 6 - Tekstslide

De arbeiderswijken
Gebouwd na 1850:
 
Toen: dicht bij de fabrieken

Nu: mensen wonen er graag
    - net buiten het centrum
    - mooi opgeknapt
    - best duur
    - veel voorzieningen in
       de buurt

Slide 7 - Tekstslide

Na oorlogse wijken
  • Tegen de arbeiderswijken liggen vooroorlogse wijken
    - grotere huizen
    - minder dicht op elkaar gebouwd

  • Daaromheen: naoorlogse wijken
    - goedkopere huizen
    - hoogbouw
       - snel gebouwd, goedkoop
       - wordt nu geleidelijk vervangen

Slide 8 - Tekstslide

Jaren-70-wijken
  • Verder van het stadscentrum
  • Eengezinswoningen
  • Meer groen, rust en ruimte
  • Woonerven

Slide 9 - Tekstslide

Nieuwbouwwijken
Vanaf 1985:
  • Dicht bij autowegen rondom de stad
  • Veel verschillende soorten grote huizen
  • Veel groen, parkeerplaatsen, speelplekken
  • Ver van het centrum
    - goed openbaar vervoer
    - fietspaden naar het centrum

Slide 10 - Tekstslide

Havo/vwo

Slide 11 - Tekstslide

Vooroorlogse wijken
  • 1910-1940
  • Eengezinswoningen
  • Goede kwaliteit
  • Gezinnen
  • Tuinwijken (veel groen)
  • Vooral om te wonen

Slide 12 - Tekstslide

Bedrijven en kantoren
  • Bereikbaarheid
  • Rand van de stad
    - dicht bij snelweg
    - goedkopere grond

Slide 13 - Tekstslide

Lezen + maken paragraaf 3
Lezen + maken paragraaf 3
Eerste 5 minuten in stilte daarna fluisteren
Klaar?: Maak een samenvatting van paragraaf 3 door 
antwoord te geven op de leerdoelen en schrijf deze op
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Noem alle 5/6 stadswijken

Slide 15 - Open vraag

Huiswerk:

Maken opdrachten paragraaf 3. Let op! Vink ook alles af in magister me
Volgende les:

Uitleg paragraaf 4 

Starten met de opdrachten van paragraaf 4

Slide 16 - Tekstslide