TA 2.1.2. groep 6 voorzetsels

doel:
Ik leer wat voorzetsels zijn.

Waar (De beer ligt op de kast)
Wanneer (Na de pauze ga ik)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

doel:
Ik leer wat voorzetsels zijn.

Waar (De beer ligt op de kast)
Wanneer (Na de pauze ga ik)

Slide 1 - Tekstslide

Welke voorzetsels ken je?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

waar
wanneer
In bed
Onder het bed
Vanaf het feest
Tijdens de les

Slide 4 - Sleepvraag

klik het voorzetsel aan
'Ik zit in de boom.'
A
Ik
B
in
C
de
D
boom

Slide 5 - Quizvraag

Klik het voorzetsel aan
'Jens fietst naar het feest.'
A
Fietst
B
het
C
feest
D
naar

Slide 6 - Quizvraag

Klik het voorzetsel aan
'Frederique springt over het hek.'
A
Frederique
B
springt
C
over
D
het

Slide 7 - Quizvraag

Klik het voorzetsel aan
'Voor de deur ligt een deurmat'
A
de deur
B
voor
C
ligt
D
een

Slide 8 - Quizvraag

Ik vind voorzetsels herkennen makkelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Hij staat ... de stoel te springen.
A
op
B
tijdens
C
naar
D
in

Slide 10 - Quizvraag

De burgemeester gaat ... het feest.
A
door
B
onder
C
naar
D
sinds

Slide 11 - Quizvraag

De fiets staat ... de kerk
A
op
B
tijdens
C
na
D
naast

Slide 12 - Quizvraag

... het bed hangt een poster.
A
In
B
Boven
C
Vanaf
D
Naar

Slide 13 - Quizvraag

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 14 - Tekstslide

Maken
Blok 2, week 1, les 2.

We starten vanaf opgave 2.
Klaar?
2x plussen via Snappet.

Succes!!

Slide 15 - Tekstslide