In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Tijdvak 8
Burgers en stoommachine
1800-1900
Nieuwe periode: MODERNE TIJD
benaming: industrialisatie of imperialisme
Slide 2 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
De Industriële Revolutie, die in de westerse wereld de basis legde voor de industriële samenleving
De opkomst van politiek maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
De opkomst van emancipatiebewegingen
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
Discussies over de "sociale kwestie"
De moderne vorm van imperialisme, die verband hield met de industrialisatie
Slide 3 - Tekstslide
Welk tijdvak hoort bij deze pictogram?
A
monniken en ridders
B
burgers en stoommachines
C
televisie en computer
D
pruiken en revoluties
Slide 4 - Quizvraag
In welke eeuw was de tijd van burgers en stoommachines?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw
Slide 5 - Quizvraag
IR
Slide 6 - Tekstslide
Waar bestond Nederland uit vóór de industrialisatie?
A
Akkerbouw en veeteelt
B
Huisnijverheid en industrie
C
Industrie en veeteelt
D
Huisnijverheid en landbouw
Slide 7 - Quizvraag
Waar begon de Industriële Revolutie?
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Groot-Brittannië
D
Spanje
Slide 8 - Quizvraag
Opkomst politiek-maatschappelijke stromingen
Slide 9 - Tekstslide
Liberalisme
Slide 10 - Tekstslide
Nationalisme
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een politieke stroming?
A
Mensen die hetzelfde denken en invloed willen hebben via de politiek op de maatschappij
B
Mensen die rivieren de goede kant op laten stromen
C
Mensen die verstand hebben van elektriciteit en stroom
D
Mensen die politiek onbelangrijk vinden
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van de liberale stroming?
A
De kerk is belangrijk
B
iedereen moet voor zichzelf kunnen zorgen
C
de regering moet zorgen voor de armen
D
vakbonden zijn belangrijk
Slide 13 - Quizvraag
!!
Politiek-maatschappelijke stromingen, maar ook emancipatiebewegingen
Slide 14 - Tekstslide
Socialisme
Slide 15 - Tekstslide
Confessionalisme
Slide 16 - Tekstslide
Feminisme
Slide 17 - Tekstslide
Welke stromingen worden gezien als 'emancipatiebewegingen'?
A
Confessionalisme
B
Feminisme
C
Liberalisme
D
Conservatisme
Slide 18 - Quizvraag
Democratisering
Slide 19 - Tekstslide
Welke groepen passen het best bij het KA 'voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces' ?
A
arbeiders en katholieken
B
vrouwen en confessionelen
C
arbeiders en vrouwen
D
vrouwen en kinderen
Slide 20 - Quizvraag
Sociale kwestie
Slide 21 - Tekstslide
Wat is de sociale kwestie?
A
Het probleem dat arbeiders niet mochten stemmen.
B
Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.
C
Het probleem dat er kinderen moesten werken.
D
Het probleem dat mensen niet sociaal deden tegen elkaar.
Slide 22 - Quizvraag
EN de sociale kwestie is ook:
A
Er is armoede
B
Armoede moet opgelost worden door geld geven
C
Nadenken over hoe armoede opgelost kan worden
Slide 23 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de sociale kwestie?
A
Lage lonen
B
Lange werktijden
C
Slechte wegen
D
Onveilige fabrieken
Slide 24 - Quizvraag
De sociale kwestie was een ... van de industrialisatie.
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 25 - Quizvraag
Modern Imperialisme is
A
Veel industrie willen hebben
B
Veel wapens willen hebben
C
Veel kolonies willen hebben
D
Veel Europese macht willen hebben
Slide 26 - Quizvraag
Modern Imperialisme
Slide 27 - Tekstslide
Wat is er "modern" aan het moderne imperialisme
A
Het vond plaats in de "moderne tijd"
B
Het had te maken met de industrialisatie
C
Het vond plaats in de tijd dat er democratiën kwamen
D
Het had te maken met de tijd na de ontdekkingsreizen
Slide 28 - Quizvraag
Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azie
D
Veel handelen met kolonies
Slide 29 - Quizvraag
Welke KA's horen NIET bij tijdvak 8? 1. discussies over de ‘sociale kwestie’ 2. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 3. de opkomst van emancipatiebewegingen 4. voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces 5. de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
A
3 en 5
B
2 en 5
C
2 en 4
D
1 en 5
Slide 30 - Quizvraag
Welk KA hoort NIET bij tijdvak 8?
A
de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
B
de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
C
voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces