Zet in de juiste volgorde:
1. uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
2. het begin van de Europese overzeese expansie
3. de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
4. wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie