Jouw netwerk.

Jouw netwerk
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
sociale vaardighedenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Jouw netwerk

Slide 1 - Tekstslide

Stel je moet een kast verplaatsen die te zwaar is voor jou alleen. Wie vraag je om hulp?

Slide 2 - Woordweb

Je zoekt hulp bij je opleiding.
Bij wie klop je aan?

Slide 3 - Woordweb

Je weet niet wat je moet doen voor school. Aan wie kan je vragen wat het huiswerk is?

Slide 4 - Woordweb

Je zoekt een stage/werkplek.
Bij wie klop je aan?

Slide 5 - Woordweb

Leerdoelen
  1. Je weet wat netwerken is
  2. Je weet hoe jouw netwerk eruitziet
  3. Je hebt een idee hoe je jouw netwerk kunt gebruiken
    ( ook voor een stageplek bv)
  4. Je weet hoe je jouw netwerk kunt uitbreiden.

Slide 6 - Tekstslide

een ( sociaal) netwerk
wat gok je dat het is?
of weet je er al vanaf?

Slide 7 - Woordweb

Netwerk - Hulp staat centraal
  • Netwerk, een soort spinnenweb van mensen
  • Iedereen naar wie jij toe kan met een hulpvraag zit in jouw netwerk.
  • Netwerk zorgt voor hulp, tips, informatie en nieuwe contacten.

Slide 8 - Tekstslide

Stelling: Iedereen heeft een netwerk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Aan de slag

Slide 10 - Tekstslide

Spel jouw netwerk
Groepjes van 3; kies een groepje waarbij je je op je gemak voelt.

Trek om de beurt een kaartje en beantwoord de vraag

Passen mag
Stel de vraag ook aan tenminste een persoon uit je groepje.

Benoem waarom je deze persoon kiest, waarom is deze persoon belangrijk voor jou en hoe ondersteunen ze jou?

Noteer dit eventueel.

Slide 11 - Tekstslide

Jouw netwerk in kaart brengen
  1. Pak een vel papier

  2. Schrijf in het midden 'IK’ of je naam

  3. Van daaruit maak je de verbindingen met mensen die jij kent. Schrijf hun naam op (denk ook aan mensen uit het verleden, ook al heb je er geen contact meer mee). 
  4. · Al die mensen kennen ook weer mensen. Probeer die verbinding ook in te vullen.

  5. (Je mag verschillende kleuren gebruiken.) 

  6. Schrijf bij je eigen naam wat jij andere kan bieden.


Slide 12 - Tekstslide

Tip!!

Slide 13 - Tekstslide

Controle vraag:
Het doel van netwerken is om elkaar te helpen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Niet alleen nemen
Ook jij hebt wat te bieden in jouw netwerk!
Volgende week gan we nadenken wat jouw kwaliteiten zijn.
En over hoe je je netwerk kan uitbreiden of versterken.

Slide 15 - Tekstslide

Stelling: Iedereen heeft een netwerk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Stelling: Ik ga mijn netwerk inzetten voor stage
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Netwerk  onderhouden
  • Zorg voor regelmatig contact met jouw netwerk.

  • Zorg dat jouw netwerk betrouwbaar is.

  • Het is niet alleen nemen maar ook geven!

Slide 18 - Tekstslide