Kern 1 leesvaardigheid: kritisch lezen (19) & woorden en hun betekenissen ( 32

Welkom
  • Vorige week: Kritisch lezen
  • Woorden en betekenissen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Vorige week: Kritisch lezen
  • Woorden en betekenissen

Slide 1 - Tekstslide

DOEL
  • Je kunt beoordelen of de informatie in tekst betrouwbaar is.
  • Je kunt betekenissen raden aan de hand van de context.

Slide 2 - Tekstslide

Kritisch lezen (paragraaf 19 p 80)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
3. Een artikel over laptops in Computer Totaal.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 6 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
1. Een verhaal over Femke Halsema (burgemeester van Amsterdam) in de Privé.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 7 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
5. Nieuwsberichten op www.nu.nl.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 8 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
2. Een artikel over het verdwijnen van oerwouden in de Amazone (Zuid Amerika) in National Geographic.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 9 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
4. Reclame voor deodorant op de website van Axe of Dove.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn woordraadstrategieën

Slide 11 - Open vraag

Woordraadstrategie (p130)

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:

  • omschrijving;
  • synoniem;
  • tegenstelling;
  • bekend woorddeel;
  • Bekend van een andere taal

Slide 12 - Tekstslide

Hij gaat naar het conservatorium, de school die hem opleidt tot musicus.

Welke woordraadstrategie wordt hier
gebruikt?

A
Zoek een synoniem
B
Zoek een definitie
C
Zoek een omschrijving

Slide 13 - Quizvraag

De documentaire over Kerstmis werd goed gewaardeerd. De kijkers gaven dit filmverslag een acht.

Welke woordraadstrategie wordt hier gebruikt?
A
Zoek een synoniem
B
Zoek een definitie
C
Zoek een omschrijving

Slide 14 - Quizvraag

Kop is een homoniem, een woord met twee of meer betekenissen.

Welke woordraadstrategie wordt hier gebruikt?
A
Zoek een synoniem
B
Zoek een definitie
C
Zoek een omschrijving

Slide 15 - Quizvraag

fiets
traag
ouderwets
schrijver
vriend
aanval
modern
auteur
langzaam
rijwiel
vijand
verdediging

Slide 16 - Sleepvraag

De leerlingen gaven elkaar feedback op de schrijfopdracht.

feedback =
A
nabespreking, beoordeling
B
onderbouwing
C
commentaar, terugkoppeling
D
globaal

Slide 17 - Quizvraag

Martin Luther King was een prominent strijder tegen rassendiscriminatie.

prominent =
A
het belangrijkste, in de eerste plaats
B
vooraanstaand, opvallend
C
hevig, diepgaand
D
onderbouwend

Slide 18 - Quizvraag

De docent kondigt aan dat er volgende week een toets is.

aankondigen =
A
bekendmaken
B
uitkiezen
C
er niet zijn
D
zonder nadenken

Slide 19 - Quizvraag

Een witte kerst komt sporadisch voor in Nederland.

sporadisch =
A
nooit
B
vaak
C
zelden
D
jaarlijks

Slide 20 - Quizvraag

Sommige merken richten zich op een bepaald segment van de markt, zoals bijvoorbeeld jongeren.

segment =
A
vak
B
groep
C
plakje
D
deel

Slide 21 - Quizvraag

In die stad hebben ze veel last van vandalisme door voetbalsupporters.

vandalisme =
A
aanmoedigingen
B
spreekkoren
C
aanrichten van vernielingen
D
aankondigingen

Slide 22 - Quizvraag

In de toets wordt gevraagd om je antwoord te motiveren.

motiveren =
A
uitleggen
B
onderbouwen
C
toelichten
D
noteren

Slide 23 - Quizvraag

Om het onderwerp van een tekst te bepalen kun je de tekst globaal lezen.

globaal =
A
intensief
B
wereldwijd
C
in grote lijnen
D
zonder nadenken

Slide 24 - Quizvraag

Selecteer uit onderstaande uitspraken de uitspraken die het beste bij jou passen.

selecteren =
A
(uit)kiezen
B
verdelen
C
aankruisen
D
opschrijven

Slide 25 - Quizvraag

Reflectie
  1. Wat vinden jullie van deze lesvorm? 
  2. Wat ontbreekt er nog aan deze les?

Slide 26 - Tekstslide