hart quiz

hart quiz
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

hart quiz

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de functie van de bloedsomloop?
A
Vormen van nieuwe cellen
B
Transport van zuurstof
C
Afvoeren van afvalstoffen
D
Regelen van temperatuur

Slide 2 - Quizvraag

Welke organen zijn betrokken bij de bloedsomloop?
A
Longen
B
Bloedvaten
C
Lever
D
Hart

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van het hart?
A
Bloed door het lichaam pompen
B
Zintuigen waarnemen
C
Voeding verteren
D
Zuurstof opnemen uit de lucht

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel hartkamers heeft een menselijk hart?
A
Zes
B
Vijf
C
Vier
D
Drie

Slide 5 - Quizvraag

Welke effect heeft inspanning op de hartslag?
A
Hartslag stopt tijdelijk
B
Hartslag daalt na inspanning
C
Hartslag verhoogt
D
Hartslag blijft constant

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebeurt er met spieren tijdens inspanning?
A
Spieren groeien niet
B
Spieren verbruiken meer zuurstof
C
Spieren worden slap
D
Spieren worden sterker

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een veelvoorkomende oorzaak van hartziekten?
A
Gezond dieet
B
Te veel lichaamsbeweging
C
Verhoogde bloeddruk
D
Hoge cholesterolwaarden

Slide 8 - Quizvraag

Welke levensstijl beïnvloedt hartgezondheid?
A
Stressbeheer
B
Voldoende slaap
C
Roken en ongezond eten
D
Regelmatig sporten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de eerste stap bij reanimatie?
A
Bel 112
B
Controleer bewustzijn
C
Geef een schok
D
Start met mond-op-mondbeademing

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel compressies per minuut?
A
Maximaal 120
B
50
C
Minimaal 100
D
150

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebruik je voor defibrillatie?
A
AED
B
Automatische defibrillator
C
ECG-apparaat
D
Hartmonitor

Slide 12 - Quizvraag

Hoelang moet je wachten op hulp?
A
Maximaal 10 minuten
B
Tot hulp arriveert
C
Altijd 15 minuten
D
Ongeveer 5 minuten

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een teken van een hartstilstand?
A
Geen ademhaling
B
Hoofdpijn
C
Geen hartslag
D
Misselijkheid

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de eerste stap bij reanimeren?
A
Geef een schok
B
Start met kunstmatige ademhaling
C
Bel 112
D
Controleer de ademhaling

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel compressies per minuut?
A
150 compressies per minuut
B
Minimaal 100 compressies
C
Maximaal 50 compressies
D
200 compressies per minuut

Slide 16 - Quizvraag

Wat gebruik je bij een AED?
A
Defibrillator
B
Zuurstofmasker
C
Ademhalingsapparaat
D
Verband

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel lucht moet je blazen?
A
Één luchtblazen
B
Vijf luchtblazen
C
Drie luchtblazen
D
Twee luchtblazen

Slide 18 - Quizvraag

Wat doe je bij een bewusteloze persoon?
A
Geef water
B
Leg in stabiele zijligging
C
Start met reanimatie direct
D
Laat liggen op de rug

Slide 19 - Quizvraag