1. Ga je zetten en pak je je spullen Tu t'assois et tu prends tes affaires
2. Heb je een vraag? Steek je vinger omhoog! Tu as une question? Tu lèves le doigt! 3. Moet je wachten? ga alvast aan het werk! Tu dois attendre? Commence déjà ton travail!
Quand la classe commence
Wanneer de les begint
Slide 4 - Tekstslide
JE SPULLEN
Tes affaires
Slide 5 - Tekstslide
LIVRE + CAHIER (boek + schrift)
Je boek heb je ALTIJD bij je! Tu as toujours ton livre avec toi!
Je hebt een schrift nodig voor notities
Tu as besoin d'un cahier pour prendre des notes
Slide 6 - Tekstslide
MAAK NOTITIES!
PRENDS DES NOTES!
Slide 7 - Tekstslide
LES DEVOIRS (huiswerk)
+
Les Interros (toetsen en SO's)
Slide 8 - Tekstslide
Huiswerk - Les Devoirs
Noteer toch het huiswerk! - Note quand même les devoirs!
Het huiswerk zal ook gepubliceerd worden op ITSLEARNING Les devoirs vont être publiés sur ITSLEARNING namelijk onder 'Planner' op Itslearning
Slide 9 - Tekstslide
Huiswerk - Les Devoirs
Tijd nodig voor huiswerk: 1 à 2 uur per week Temps besoin pour les devoirs: 1 à 2 heures par semaine
In de les maak je de opdrachten in je boek Pendant le cours tu fais les exercices dans ton livre
Thuis kun je de opdrachten digitaal herhalen in 'Edition' A la maison tu peux refaire les exercices en 'Edition'
Slide 10 - Tekstslide
DE TOETSEN - LES INTERROS
1 vaardigheidstoets per hoofdstuk (voor cijfer)
1 à 2 SO's over grammatica en woordjes (niet voor cijfer)
De weging is altijd 1
Herkansen is niet mogelijk
Slide 11 - Tekstslide
LET OP: a) geen briefje van je ouders? je maakt toch de toets!
b) je hebt wel een briefje van je ouders? Je maakt de toets niet in de les. je stuurt mij been bericht via Itslearning berichtenbox voor het maken van een afspraak
Toets nog niet ingehaald? Ik noteer voorlopig een 0.9 in de cijferlijst/SOM