7.4 Evolutietheorie in ontwikkeling

§7.4: Evolutietheorie in ontwikkeling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§7.4: Evolutietheorie in ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

- Herhaling 7.3 Fossielen en Darwinvinken
- Uitleg 7.4 Evolutietheorie in ontwikkeling

Slide 2 - Tekstslide

§3: Met hulp van gidsfossielen kunnen wetenschappers aardlagen dateren. Welke fossielen zijn het best te gebruiken als gidsfossielen?
A
Een fossiel dat alleen in een bepaald gebied voorkomt.
B
Een fossiel dat wijdverspreid voorkomt.
C
Een fossiel van een soort die gedurende lange tijd op aarde heeft geleefd.
D
Een fossiel van een soort die slechts een korte tijd voorkwam.

Slide 3 - Quizvraag


§3: Hoe noem je een fossiel dat de verwantschap tussen verschillende soorten verduidelijkt?

Slide 4 - Open vraag

§7.4: Evolutietheorie in ontwikkeling

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ontstaan van de eerste organismen
1. Anaerobe heterotrofe bacteriën leefden in de zuurstofloze oersoep 
2.  Foto-autotrofe bacteriën maakten hun eigen organische stoffen via fotosynthese. Zij brachten zuurstof in de oersoep en de atmosfeer
3. Prokaryoten gebruikten de zuurstof om efficiënt energie uit organische moleculen vrij te maken.

Slide 12 - Tekstslide

1

Slide 13 - Video

01:43
Wat is het belangrijkste verschil tussen pro- en eukaryoten?

Slide 14 - Open vraag

Zet de stappen van de endosymbiose theorie in de juiste volgorde.
Prokarypten nemen zuurstof gebruikende bacteriën op. 
Prokarypten nemen foto-autotrofe bacteriën op. 
Er ontstaan verschillende typen prokaryoten.
Er ontstaan mitochondriën en chloroplasten

Slide 15 - Sleepvraag

Wat zijn argumenten voor de endosymbiose theorie?
1 of meer antwoorden zijn goed
A
Mitochondriën en chloroplasten hebben eigen DNA
B
Mitochondriën en chloroplasten delen zoals bacteriën.
C
Mitochondriën en chloroplasten hebben bacterieel DNA
D
Mitochondriën en chloroplasten delen niet.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Basis: 4, 6, 7, 8, 9
  • Verdieping: opdr. 10
  • extra toepassingsoefening: Toepassen Darwinvinken

Slide 18 - Tekstslide