Pubquiz licht 6.1 en 6.2

Welkom
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
Herhalen van diverse begrippen.
Tekenen van diverse opstellingen.
Oefenen van open toets vragen.
Oefenen van het tekenen van opdrachten.
Plezier maken!



Slide 2 - Tekstslide

Spoorboekje
5 minuten opstarten
20 minuten Pubquiz
15 minuten nakijken
5 minuten uitslag en afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

spelregels:
Je gaat de vragen met jouw groep beantwoorden.
Je mag geen gebruik maken van je Ipad of telefoon.
De groep die de meeste punten behaald wint.
Andere groepen helpen is niet de bedoeling.
Antwoorden worden op papier gegeven.
Na de Quiz worden de antwoorden nagekeken door de andere partij.
Na de bekendmaking van de uitslag worden de antwoorden ingeleverd bij de docent.

Slide 4 - Tekstslide

Iedereen Klaar?

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1:
Als je betaalt kunnen je bankbiljetten op echtheid worden gecontroleerd. Dat gebeurt onder speciale lampen. Onder de lampen lijkt het alsof de bankbiljetten een andere kleur hebben.

Welke kleur lijken de bankbiljetten te hebben?
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 2:
Geef de kleuren van het kleurenspectrum in de juiste volgorde.
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 3
Witte voorwerpen kaatsen bijna al het zonlicht terug. Alle spectraalkleuren worden daarbij even sterk weerkaatst. Het teruggekaatste licht heeft daardoor dezelfde samenstelling als het oorspronkelijke zonlicht en dus zie je het voorwerp als wit. Zwarte voorwerpen kaatsen juist heel weinig licht terug, bijna al het zonlicht wordt ........................................
Welk woord hoort op de stippen te staan?
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 4 
Hoe heet het instrument waarmee je licht kunt bestuderen en zo uit kunt zoeken waaruit een bepaald licht bestaat.
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 5
In het licht van een natriumlamp ziet de wereld er heel anders uit dan je gewend bent (figuur 5). Een paarse trui lijkt bijvoorbeeld donkergrijs of zwart. Dat komt doordat de trui het gele licht van de natriumlamp bijna volledig absorbeert. Een witte trui en een gele trui lijken onder een natriumlamp allebei geel. Het gele licht van de natriumlamp wordt door de twee truien even sterk teruggekaatst.

Met welke lamp kun je wit en fluorescerende kleren mooi op laten lichten?
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

vraag 6
Noem minimaal 3 eigenschappen van een laserlicht.
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 7:
Maak een tekening waaruit blijkt wat een convergente, evenwijdige en een divergente lichtbundel is.
timer
2:00

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 8:
Leg het verschil uit tussen een halfschaduw en een kernschaduw. Dit mag ook met een tekening!
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 9
Wat voor soort lichtbron is de lichtbron op de foto?
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

vraag 10:
Diffuus licht ontstaat door verstrooiing.

Leg in Jip en Janneke taal uit wat er wordt bedoeld.
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Het einde van de vragen....

Slide 16 - Tekstslide

uitwisselen van onze antwoorden
Geef het papier met jullie antwoorden aan een andere groep.
Kijk de antwoorden van jullie groep na met een andere kleur pen!

Slide 17 - Tekstslide

Antwoord vraag 1
Paars

Slide 18 - Tekstslide

Antwoord vraag 2
rood, oranje, geel, groen, blauw en violet

Slide 19 - Tekstslide

Antwoord vraag 3
Witte voorwerpen kaatsen bijna al het zonlicht terug. Alle spectraalkleuren worden daarbij even sterk weerkaatst. Het teruggekaatste licht heeft daardoor dezelfde samenstelling als het oorspronkelijke zonlicht en dus zie je het voorwerp als wit. Zwarte voorwerpen kaatsen juist heel weinig licht terug, bijna al het zonlicht wordt geabsorbeerd. 

Slide 20 - Tekstslide

Antwoord vraag 4
Een spectroscoop

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord vraag 5
UV licht of Black light

Slide 22 - Tekstslide

Antwoord vraag 6
Een laser bestaat uit 1 spectraalkleur.
Een laser heeft een evenwijdige lichtbundel.
Een laser bestaat uit kunstmatig licht.
Er zijn laserbundels waarmee we op de maan schijnen.
Laser wordt gebruikt voor het lezen van datadragers (CD - DVD - Bluray).
Lasers kunnen heel schadelijk zijn in bijvoorbeeld je ogen.

Slide 23 - Tekstslide

Antwoord vraag 7

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord vraag 8
Halfschaduw: 
Gebied in de schaduw waar slechts een (klein) deel van het licht kan komen.

Kernschaduw
Gebied in de schaduw waar helemaal geen licht komt.

Slide 25 - Tekstslide

Antwoord vraag 9
diffuus licht: licht dat van alle kanten komt, dus niet rechtsreeks van de lichtbron.

indirect licht: het licht gaat niet rechtstreeks, maar via een weerkaatsing naar het voorwerp.

indirecte lichtbron: oppervlak dat licht van een lichtbron weerkaatst.

Slide 26 - Tekstslide

Antwoord vraag 10
Diffuus licht ontstaat door verstrooiing: 
het licht verandert van richting als het door een doorschijnend materiaal beweegt, zoals papier, matglas of textiel 

Slide 27 - Tekstslide

Tel de punten op!
Wie o wie is de winnaar geworden van de enkele voetreis naar Rome?

Slide 28 - Tekstslide

Alle opgaven inleveren!

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les:
Maken resterende vragen van 6.2.
Doorlezen theorie 6.3.

Slide 30 - Tekstslide