Blokuur formuleren & rode sneeuw

NEDERLANDS
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag (blokuur)
  • Herhaling vorige lessen
        - begrijpelijk formuleren
        - nauwkeurig formuleren
  • Zelfstandig aan de slag
  • Bespreken huiswerk
  • Bespreken rode sneeuw in december
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Begrijpelijk formuleren




Welke 6 elementen kunnen een zin minder begrijpelijk maken?




Slide 3 - Tekstslide

Samenvatting
Wat kan een zin onnodig ingewikkeld maken:

  • ...
  • ...
  • ...
  • ...
  • ...
  • ...

Slide 4 - Tekstslide

Samenvatting
Wat kan een zin onnodig ingewikkeld maken:

  • Zinslengte
  • Kern bij elkaar
  • Tangconstructie
  • Lijdende vorm
  • Lastige woorden
  • Naamwoordstijl

Slide 5 - Tekstslide

Zinslengte
Lange zinnen zijn niet fout 
MAAR



                                                                            

Slide 6 - Tekstslide

Kern bij elkaar
Kern van zin = onderwerp en gezegde 
Bij voorkeur vooraan in de zin



Slide 7 - Tekstslide

Tangconstructie
= woorden die bij elkaar horen zijn gescheiden door een lange uitleg. Hierdoor moet je veel onthouden voordat je de zin snapt.


Pas volgorde aan of splits de zin

Slide 8 - Tekstslide

Lijdende vorm
= passieve zin

Het is NIET duidelijk wie of wat de handeling verricht.

Door de hele stad werden er vlaggen opgehangen.

Actieve zin is fijner!

Slide 9 - Tekstslide

Lastige woorden

Maak het jezelf niet te moeilijk........

Gebruik ze niet als het niet nodig is 
(en het is bijna nooit nodig)

Slide 10 - Tekstslide

Naamwoordstijl
Ook hier weer: maak het jezelf niet te moeilijk. Gebruik het niet als het niet nodig is.

NIET: het duiken naar pareloesters vindt nog altijd plaats in Azie
WEL: In Azie duiken jongens nog naar pareloesters

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting
Wat kan een zin onnodig ingewikkeld maken:

  • ...
  • ...
  • ...
  • ...
  • ...
  • ...

Slide 12 - Tekstslide

Samenvatting
Wat kan een zin onnodig ingewikkeld maken:

  • Zinslengte
  • Kern bij elkaar
  • Tangconstructie
  • Lijdende vorm
  • Lastige woorden
  • Naamwoordstijl

Slide 13 - Tekstslide

Les 12
Nauwkeurig formuleren



Wat betekent nauwkeurig?

Slide 14 - Tekstslide



Waarom is het belangrijk om nauwkeurig te formuleren?

Slide 15 - Tekstslide

Schiet op, jongens!

Schiet op jongens!

Slide 16 - Tekstslide

Ga voor jezelf na of je alle wh-vragen hebt beantwoord in je tekst.



Wat zijn wh-vragen ook alweer?

Slide 17 - Tekstslide

Lege woorden
Vermijd passieve zinnen en vage/lege woorden


Vaak, ergens, onvoldoende, situatie, ding, gebeuren, behoorlijk, allerlei, etc.

Slide 18 - Tekstslide

Dubbelzinnigheid
Homoniemen


Er staat een bank op de hoek

De juf heeft het hondje voor mij afgemaakt


Slide 19 - Tekstslide

Ingebouwde beperking
Betekenis: een zin is niet altijd geldig

Bijv.
Over het algemeen doet hij goed zijn best op school.
In principe moet je altijd aanwezig zijn bij de les.

Liever niet gebruiken!


Slide 20 - Tekstslide

Verwijzingen
Gebruik de juiste verwijswoorden & zorg ervoor dat het duidelijk is naar wie je verwijst.


Pietje keek naar Jantje. Hij antwoordde dat hij het nog niet wist.

Slide 21 - Tekstslide

Oefenen
Maak: 
Les 11, opdracht 1 & 2
+ les 12, opdracht 7 & 8



Klaar? NUMO of boek lezen

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk


Les 11, opdracht 4 en 5
Les 12, opdracht 1 t/m 3 + 6

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Keuze uit:

  • KERN:
Les 11, opdracht 1 & 2 + les 12, opdracht 7 & 8

  • NUMO
  • Lezen rode sneeuw

Slide 25 - Tekstslide

Bedankt!
Vragen?

Slide 26 - Tekstslide