4B theme 5 present simple + vocab a,b PIUS

Vocabulary theme 5

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vocabulary theme 5

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Attempt
A
attribuut
B
poging
C
adem
D
bestaan

Slide 3 - Quizvraag

treasure
A
telefooncel
B
training
C
traktatie
D
schat

Slide 4 - Quizvraag

Boxing Day
A
1e Kerstdag
B
2e Kerstdag
C
1e Paasdag
D
2e Paasdag

Slide 5 - Quizvraag

Moedertaal
A
mother language
B
native langauge
C
mother langauge
D
native language

Slide 6 - Quizvraag

douane
A
douane
B
costums
C
customs
D
nation

Slide 7 - Quizvraag

Present Simple

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Present simple
Feiten, gewoontes, regelmaat
SHIT-regel!
She - he - it   =>  +s

Slide 10 - Tekstslide

Uitzonderingen present simple
  •  Bij werkwoorden die eindigen met een s-klank,
       komt er - es  achter het werkwoord.
              -sh            I wash  - he washes
              -ch            I watch - she watches
•     Eindigt een werkwoord op medeklinker -y, dan verandert de
        y in -ies
                I try - she tries               You enjoy - he enjoys

Slide 11 - Tekstslide

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 12 - Quizvraag

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 13 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 14 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 15 - Quizvraag

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 16 - Quizvraag

Present simple
It ...... (to pay)good money
A
pays
B
paies

Slide 17 - Quizvraag

(to walk) present simple
He ....... in the park.

Slide 18 - Open vraag

(to teach) present simple
She ..... English.

Slide 19 - Open vraag

(to cry) present simple
The baby ..... .

Slide 20 - Open vraag

(to dance) present simple
I ..... at the party.

Slide 21 - Open vraag

(to kiss) present simple
She ..... her boyfriend.

Slide 22 - Open vraag

(to watch) present simple
We ..... a nice film.

Slide 23 - Open vraag

Do you understand?


Exercise 14 + 15 (WB: page 38)
Finished? -> Slim stampen, grammar 5 =  100% halen
                     -> It's learning: simple present
                     -> Quizlet

You think it's still difficult?  Watch the next video.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video