Leereenheid B8: week 1 en 2 Somatiek

De fysiologische zwangerschap
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

De fysiologische zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstelling van de les
De student kan aan het eind van de les uitleggen:
  • Het verschil in anatomie tussen mannen en vrouwen
  • Hormonale cyclus van de vrouw
  • Hoe een zwangerschap ontstaat
  • Wat een fysiologische zwangerschap is
  • Hoe een zwangerschapsduur berekend wordt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

geslachtskenmerken
Anatomie 
Menstruatiecyclus
Placenta
Navelstreng
Kahoot

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtskenmerken


Primaire geslachtkenmerken zijn kenmerken die je hebt als je geboren wordt. Hieraan kun je zien of je een jongen of een meisje bent.

Als je in de puberteit komt dan krijg je secundaire geslachtskenmerken. Je lichaam verandert. Je krijgt bijvoorbeeld borsten of een baard. 




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de onderstaande secundaire geslachtskenmerken naar het juiste vak (zie boven).
Secundaire geslachtskenmerken
jongen
Secundaire geslachtskenmerken
beiden
Secundaire geslachtskenmerken
meisje
Borsten
Groeispurt
Baard in de keel
Bredere heupen
Okselhaar
Gespierdere lichaamsbouw
Actiever worden zweetklieren
Gezichtsbeharing
Volgroeien schaamlippen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al? Noem onderdelen van de vrouwelijke geslachtsorganen
(Nederlands en Latijns)

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaas
Baarmoeder
vagina
vulva
clitoris
Eileider

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

baarmoeder
eierstok
Baarmoedermond
Baarmoederhals
eileider
schaamlippen
uterus
tubae
Portio
ovaria
cervix
labia

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vrouwelijke geslachtsorganen
  • Eileider: Tubae
  • Eierstok: Ovarium
  • Baarmoeder: Uterus
  • Eicel: Ovum
  • Baarmoederwand: Endometrium
  • Baarmoedermond: Portio
  • Baarmoederhals: Cervix
  • Schede: Vagina

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

teelbal
zwellichaam
prostaat
zaadblaasje
bijbal

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugtrekspier
endeldarm
Roede (penis)
Urineblaas
Zaadleiders
Penis
Teelbal
Voorhuid
Bijbal
Balzak (scrotum)

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Teelbal
Bijbal
Balzak
Zaadleider
Voorhuid
Penisbotje
Epididymis
Scrotum
Ductus deferens
Preputium
Testikel, testis
Os penis

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtshormonen
Voor de ontwikkeling, groei en werking van de geslachtsorganen, zijn er geslachtshormonen nodig die vanuit de hypofyse worden geregeld.

Mannelijk geslachtshormoon:
Testosteron

Gemaakt 90% uit de zaadballen rest bijnierschors

Vrouwelijke geslachtshormonen:
Oestrogeen
Progesteron

Grotendeels gemaakt in de eierstokken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ontstaan secundaire geslachtskenmerken vrouw:
  • groei borsten
  • groei schaamhaar
  • ongesteld
hypofyse
geeft startsein 
maakt hypofyse-hormonen
zaadballen
geslachtsorgaan man reageert op hypofysehormonen en 
maakt testosteron
eierstokken
geslachtsorgaan vrouw reageert op hypofysehormonen en maakt oestrogeen en progesteron
ontstaan secundaire geslachtskenmerken man:
  • penisgroei
  • baardgroei
  • lage stem etc...
FSH & LH
FSH & LH

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De menstruatiecyclus
De menstruatiecyclus is een hormonaal proces dat zich elke maand herhaalt en bestaat uit verschillende fasen.

- De follikelfase
- De ovulatie
- De luteale fase
- Menstruatie

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf kort de verschillende fasen van de menstruatiecyclus.
Wat betekent de afkorting FSH
A
Follikel stimulerend hormoon
B
Fysiologisch stimulerend hormoon
C
Fysiologisch slijmmakend hormoon
D
Follikel stimulerend hyperplasie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet oestrogeen tijdens de cyclus
(meerder antwoorden mogelijk)
A
verdikt de wand van de baarmoeder
B
Is verantwoordelijk voor de slijmvorming
C
Zorgt voor een soepele vagina
D
Baarmoederwand bekleding reguleren

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt oestrogeen niet gemaakt?
A
Eierstokken
B
Bijnieren
C
Gele lichaam
D
Baarmoeder

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk hormoon ontstaat bij een zwangerschap?
A
LTC
B
HCG
C
LH
D
ECG

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mentruatiecyclus

Slide 22 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Dag 5
Start met aanmaak FSH (follikel stimulerend hormoon) deze stimuleert follikels in de eierstok tot ontwikkelen en aanmaken van oestrogeen.
Oestrogeen heeft het in de eerste fase voor het zeggen, totdat er een hoge piek ontstaat. De grote hoeveelheid oestrogeen in je bloed remt de FSH-afgifte en stimuleert juist de LH-afgifte. De LH-piek die dan ontstaat, zet de eisprong in gang.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dag 17
Verhoogd oestrogeen in het lichaam veroorzaakt een toename van LH (luteïniserend hormoon).
Door LH ontstaat ovulatie waarbij de eicel vrijkomt uit de eierstok.
Ondertussen wordt onder invloed van oestrogeen en progesteron de baarmoederwand gereed gemaakt voor innesteling.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DAG 18
Eitje gaat richting uterus en kan aldaar tussen de 12-24 uur overleven. Het gele lichaam (de ingeklapte follikel) gaat oestrogeen en progesteron produceren.
Na de eisprong neemt het oestrogeen in je lijf af en krijgt progesteron een leidende rol.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dag 30
Vindt er geen bevruchting plaats, dan gaan de eicel en het gele lichaam ten gronde, daalt het oestrogeen en progesteron in je bloed, en wordt het opgebouwde baarmoederslijmvlies (endometrium) weer afgebroken en afgestoten. Je wordt dan ongesteld.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel Zwanger
Progesteron en oestrogeen stijgen. Onder invloed van de zwangerschap wordt HCG aangemaakt (humaan choriongonadotrofine) een zwangerschapstest meet het HCG gehalte in de urine.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatiecyclus

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Berekenen uitgetelde datum
Zwangerschap duurt 40 weken
Gemeten vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie (280 dagen = 40 weken erbij tellen)
Berekening 9 maanden en 7 dagen erbij
Dus eigenlijk ben je maar 38 weken zwanger!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben 8 februari ongesteld geworden wat is mijn uitgerekende datum?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Placenta
Ontwikkeling vanuit de foetus en vanuit de moeder
Circulatie van bloed tussen moeder en kind totaal gescheiden.

Functie:
Hormoonproductie
Transportfunctie
Barrièrefunctie

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verbind de foetus met de placenta wat is juist?
A
2 arteriën en 1 vene
B
1 arterie en 2 venen

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je de les? Nog tips voor mij om het te verbeteren?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor de les!!!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies