zwakke ww in de verleden tijd-bearbeiten
1 / 18
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
mach
mach
mach
mach
mach
mach
-te
-test
-te
-ten
-ten
-tet
Slide 5 - Sleepvraag
Er ..... bis 1789 Musik an der Universität Bonn.
A
studiert
B
studierte
C
studiertet
D
studieret
Slide 6 - Quizvraag
Übersetze 'jullie kochten'
A
ihr kaufte
B
ihr kaufetet
C
ihr kauftet
D
ihr kauft
Slide 7 - Quizvraag
Übersetze 'wij hoopten'
A
wir hoffen
B
wir hofften
C
wir hoffte
D
wir hoften
Slide 8 - Quizvraag
Übersetze 'ik kookte'
A
ich kochte
B
ich kochet
C
ich koche
D
ich kochten
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Vergangenheit von 'reden'
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
red
red
red
red
red
red
-ete
-etest
-ete
-eten
-eten
-etet
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> er [arbeiten]
> er [arbeiten]
A
arbeitet
B
arbeitete
C
arbeitetet
D
arbeite
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> ihr [baden]
> ihr [baden]
A
bade
B
badet
C
badete
D
badetet
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> du (mieten)
> du (mieten)
A
miete
B
mietetest
C
mietest
D
mietetst
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> sie (enkv) (öffnen)
> sie (enkv) (öffnen)
A
öffnete
B
öffnetest
C
öffnet
D
öffnetete
