Aan de slag met 50% lokaal eigendom

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeWOStudiejaar 6

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Welkom heten, jezelf voorstellen en zeggen waar je werkt.
Masterclass is gemaakt door Participatiecoalitie, bestaat uit de partijen die hieronder staan. Partijen hebben de krachten gebundeld om ervoor te zorgen dat in de RES’sen voldoende aandacht wordt gegeven aan participatie, natuur- en milieu-belangen en aan 50% lokaal eigendom.
In klimaatakkoord staat een tekst over 50% lokaal eigendom. Eind vorig jaar hebben wij een fact sheet gepubliceerd, met een uitleg over de definitie.
Vervolg: hoe doe je dat nou in de praktijk. Vandaar deze masterclass.
Hopelijk aan het eind: ken je de definitieve 50% lokaal eigendom, weet je hoe dit toepast door cooperatief te ontwikkelen, heb je inspiratie opgedaan voor goed beleid én weet je meer over de financiën van een project.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijk: het gaat niet om het resultaat van 50% lokaal eigendom, het gaat erom dat je via het afspreken van 50% lokaal eigendom deze vier doelen bereikt.

Slide 6 - Tekstslide

50% lokaal eigendom is een manier om een goed proces te organiseren. Om ervoor te zorgen dat er bij de keuze voor windmolens of grootschalige zonneprojecten geen (of slechts weinig) onrust ontstaat in de omgeving
Die betrokkenheid en zeggenschap in een gelijkwaardige rol zorgt voor verhoging van de kwaliteit van een project, omdat een energie coöperatie weet wat er speelt in de omgeving en die aspecten goed mee worden genomen. 
2 Eerlijk verdeling lusten en lasten gaat erom dat de opbrengsten neerdalen waar de projecten geplaatst worden, zodat de winst niet (alleen) naar de projectontwikkelaar van elders of zelfs naar het buiten;land verdwijnt en de omgeving alleen maar naar het project kan kijken.
3 Er is in NL al heel veel kennis en ervaring opgedaan met collectief en/of cooperatief ontwikkelen van projecten. Het is belangrijk om op zoek te gaan naar goede voorbeelden en daar van te leren. Door de samenwerking tussen energie coöperatie, ontwikkelaar, grondeigenaren en de omgeving doe je zelf ook ervaring op die je elders weer toe kan passen. Daardoor gaat de energietransitie sneller

Slide 7 - Tekstslide

We zitten nog vroeg in het Res-proces, daarom juist nu de tijd om goed na te denken over voorwaarden op gebied van participatie. In RES wordt bedacht waar en hoeveel, gemeente bepaalt de voorwaarden van participatie zelf. De gemeente stelt beleid vast met daarin voorwaarden voor planologische medewerking, ze stelt het bestemmingsplan vast en verleent de benodigde vergunningen. Tenslotte zorgt gemeentelijk beleid voor maatwerk en aansluiting bij de lokale situatie.
De gemeente kan de touwtjes in handen houden en sturen op goede processen via beleidsregels.
De gemeente bekijkt op basis hiervan of alle partijen rondom de ontwikkeling van een hernieuwbaar energieproject zich aan de afspraken gehouden hebben, een open en transparant proces hebben doorlopen en zich hebben ingezet om met de omgeving tot afspraken te komen rondom participatie.
Met andere woorden: krijgen de inwoners in voldoende mate toegang tot en zeggenschap over het ontwikkelingsproces en de exploitatie en opbrengsten van wind- en zonneparken?
Besluitvorming door gemeenten vooruitlopend op de afspraken in RES verband, is sterk aan te raden.
Zo kun je als gemeente beter de regie op de ruimtelijke ontwikkeling houden en de eigen burgers een actieve rol laten spelen bij de ontwikkeling van duurzame energieprojecten en het in gang zetten van de lokale energietransitie.
Een rechtvaardige verdeling van lasten en lusten van de gevolgen van de energietransitie vereist een regisserende rol van de gemeentelijke en provinciale overheid. 
Gemeentelijk beleid verankerd proces waarmee doelstellingen rijk en RES regio worden gehaald
Bevoegd gezag (=gemeente) beoordeelt omgevingsproces, stelt bestemmingsplan vast en verleent vergunning
Gemeentelijk beleid sluit aan bij lokale factoren (maatwerk)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht: kenmerken burgerinitiatieven
  • Uit elkaar in breakout rooms
  • Bespreek in je groepje de websites van de burgerinitiatieven die je bekeken hebt. 
  • Noteer de kenmerken van burgerinitiatieven en van hun projecten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van
burger energie initiatieven

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klik op het juiste antwoord op je smartphone!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekst uit het Klimaatakkoord
is correct?
A
Streven naar 50% lokaal eigendom
B
Streven naar minimaal 50% lokaal eigendom
C
Streven naar 50% eigendom van omwonenden
D
50% lokaal eigendom is verplicht

Slide 14 - Quizvraag

Goede antwoord: A. streven naar 50% lokaal eigendom
In het begin hoorden we nog wel eens dat 50% een ‘recht’ is. En dat het een minimum is. Dat is dus niet zo, het is een streven.
Wat ons betreft: het mag ook meer natuurlijk!

50% lokaal eigendom in het Klimaatakkoord gaat over
A
alle hernieuwbare energieprojecten
B
grootschalige wind- en zonneprojecten op land
C
projecten voor zon, wind en warmte
D
alle wind- en zonneprojecten

Slide 15 - Quizvraag

Goede antwoord: B grootschalige wind- en zonneprojecten op land
Waarom geen andere duurzame energie? - nog onvoldoende ervaring mee om 50% waar te kunnen maken

Van wie krijgt de lokale omgeving 50% van de projecten?
A
Van niemand
B
Van de initiatiefnemer
C
Van het Rijk
D
Van de RES regio

Slide 16 - Quizvraag

Antwoord: A. Van niemand
Toelichting: want je krijgt niets, je moet mee-investeren

50% lokaal eigendom is op het niveau van:
A
De Res
B
Heel Nederland
C
Een project
D
Een provincie

Slide 17 - Quizvraag

Antwoord: B en/of C Heel NL/Een project
Toelichting: is eigenlijk een strikvraag. In klimaatakkoord staat zowel project als heel nederland. Uiteindelijk gaat het om een landelijk gemiddeld van 50% lokaal eigendom. Maar om dat te bereiken moet je in elk project wel nastreven dat de 50% wordt gehaald.

Wat betekent eigendom in het kader van 50% lokaal eigendom
A
elke vorm van financiële participatie
B
dat je aandelen van het project in bezit hebt
C
participatie in het proces
D
financiële participatie plus zeggenschap

Slide 18 - Quizvraag

Antwoord: D financiële participatie en zeggenschap
Toelichting: door vanaf het begin eigenaar te zijn, mag je meebeslissen. Zeggenschap is minstens zo belangrijk. Daarom hebben we het over lokaal eigendom. En niet eigenaarschap.

50% lokaal eigendom is (wettelijk) afdwingbaar nu het in het Klimaatakkoord staat
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Antwoord: B Nee
Toelichting: Klimaatakkoord is geen beleid , maar een afspraak of akkoord tussen verschillende partijen

De lokale omgeving van een duurzaam energieproject is:
A
Maatwerk per project, en wordt in een proces met betrokken stakeholders bepaald
B
Alles binnen een cirkel van 5 X de masthoogte van een windmolen
C
Alles binnen een cirkel van 1000 meter van een duurzaam energieproject
D
Wat de ontwikkelaar als zodanig in het projectplan beschrijft

Slide 20 - Quizvraag

Goede antwoord: A Maatwerk. ieder project is anders en elke omgeving ook. Vergelijk de Tweede Maasvlakte maar met een locatie aan de rand van Amsterdam, of het buitengebied van Friesland. 
De initiatiefnemer en de stakeholders bekijken samen wat er bij een concreet project onder de omgeving kan vallen.
Wie bepaalt of de omgeving goed betrokken is bij het participatieproces?
A
De omgeving zelf
B
Het Rijk
C
De initiatiefnemer
D
Het bevoegd gezag

Slide 21 - Quizvraag

Antwoord D: het bevoegd gezag
Toelichting: de omgeving bepaalt met elkaar hoe de participatie wordt vormgegeven en hoe 50% lokaal eigendom wordt ingevuld. Maar uiteindelijk beoordeelt het bevoegd gezag (vaak: de gemeente) of dit proces goed is verlopen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpjes
We gaan nu drie filmpjes bekijken over projecten waarin lokaal eigendom en beleid rondom participatieve processen een belangrijke rol hebben gespeeld
Na de filmpjes is ruimte voor vragen.



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pauze, zet je geluid en video even uit

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CHECKLIST BELEIDSREGELS
  • Komen er geen conflicterende aanvragen?
  • Kan iedereen meedoen?
  • Kun je toetsen of lokaal eigendom voldoende geregeld is >> is het gekwantificeerd?
  • Is de financiele participatie gekwantificeerd? >> is er een financieel plan waaruit blijkt hoeveel geld er terugvloeit naar de omgeving?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Assen
In Assen willen we inzetten op modellen met zoveel mogelijk
lokaal rendement. 
We kiezen voor 3x Lokaal. Dit principe wordt
per concrete pilotlocatie verder uitgewerkt:
1. Lokaal opwekken: eigen parken in Assen,

2. Lokaal gebruiken: stroom afnemen (via bewonerscollectief,
energiecoöperatie, postcoderoos etc.),
3. Lokaal economisch en financieel voordeel

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

c Alle grondeigenaren van het windmolenpark een eerlijke
grondvergoeding te geven. Is er rekening gehouden met het feit
dat grondeigenaren in de invloedssfeer (5x rotordiameter) een
vergoeding krijgen. Zo ja, hoe wordt deze vergoeding bepaald,
via welke methodiek en met welke transparantie wordt
gehandeld. Antwoord op deze vragen is een vereiste.
(Leudal)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Wanneer je als gemeente in beleid de randvoorwaarden vastlegt voor lokaal eigendom van energieprojecten, dan maak je de weg open voor groei. De meeste coöperaties beginnen met een klein clubje en groeien naarmate het project concreter wordt uit tot een stevige, professionele, lokale beweging  beginnende coöperaties hebben altijd de steun van regionale en landelijke koepels
Daarnaast versnel je de energietransite: onderzoek Radboud
Je zorgt dat er geld wordt verdient in de omgeving dat ook blijft in de omgeving

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje over investeren

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd voor vragen
Mailen kan ook, naar:
liesje.harteveld@energiesamen.nu

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies