Socova periode 5 les 4 (Vertrouwensrelatie)

                        Vertrouwensrelatie 
periode 5 les 4. 

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundigenBeroepsopleiding

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

                        Vertrouwensrelatie 
periode 5 les 4. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen: 
- terugkoppeling vorige week
-les doelen vandaag
- theorie 
- quiz 
- opdrachten 
- begrippenlijst. 

Slide 2 - Tekstslide

Les doelen vandaag:
- Je kunt de kenmerken van een vertrouwensrelatie benoemen.
- Je kunt uitleggen wat het belang van een vertrouwensrelatie is. 
- Je kunt beschrijven welke eigenschappen noodzakelijk zijn bij het opbouwen en onderhouden van een vertrouwensrelatie. 

Slide 3 - Tekstslide

Vertel in eigenwoorden wat referentiekader is:

Slide 4 - Open vraag

Wat is voor jou vertrouwensrelatie?

Slide 5 - Open vraag

Het proces van het opbouwen van een vertrouwensrelatie. 
- Wat is een vertrouwensrelatie. 
- Waarom is een vertrouwensrelatie belangrijk? 
- Welk belang heeft dit op je zorgvrager? 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kun je werken aan een
vertrouwensrelatie en wat moet je
ervoor doen?

Slide 7 - Woordweb

Wat is jou top 5 wat je nodig hebt om een vertrouwensrelatie op te bouwen.

Slide 8 - Open vraag

Kernmerken van vertrouwen 
- De ander eerlijk en oprecht is
- Je doet wat je zegt
- Je kunt op hem rekenen
- Doelen worden bereikt
- Gevoel in goede handen te zijn

Vertrouwen is wederkerig  komt van 2 kanten


Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken van relatie: 
Professioneel -  in een beroepsomgeving

Functioneel - de ander heeft een bepaald doel en heeft jou nodig om dat te bereiken

Slide 10 - Tekstslide

Vertrouwensrelatie 
Is gelijkwaardig -- beide verdienen respect ondanks kennisverschil

Niet wederkerig -- jij bent de zorgverlener, de zorgvrager is dit niet voor jou

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen vertrouwen en vertrouwelijk?

- Vertrouwen: relatie tussen cliënt en zorgverlener
- Vertrouwelijk: privacy van de zorgvrager. Alle informatie die niet van belang is voor de zorg of begeleiding blijft tussen jou en de zorgvrager.

Informatie die nodig is voor de zorg of begeleiding deel je alleen met betrokken collega’s.

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is het aangaan van een vertrouwensrelatie belangrijk?
A
Omdat ik dan mijn geheimen aan de cliënt kwijt kan.
B
Omdat de cliënt dan leuke verhalen tegen mij kan vertellen.
C
Omdat ik de cliënt dan kan laten groeien in zijn ontwikkeling.
D
Omdat de cliënt dan met problemen naar mij toe komt.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is essentiëel bij het aangaan van een vertrouwensrelatie?
A
De ander vertrouwen heeft in jou.
B
Ook vertrouwen hebben in de ander en dit ook uitstralen/geven.
C
Consequent zijn in het handelen.
D
Leuk gevonden worden.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het allerbelangrijkst om een vertrouwensrelatie met een cliënt op te bouwen?
A
eerste indruk
B
actief luisteren
C
empathie
D
nabijheid

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn positieve gevolgen van een vertrouwensrelatie?
A
Cliënt komt met problemen naar mij toe.
B
Cliënt voelt zich veilig in omgang met mij.
C
Cliënt vindt jouw leuk.
D
Jij vertrouwt de cliënt ook toe met jouw grootste geheimen.

Slide 16 - Quizvraag

Zelfvertrouwen is een voorwaarde om een vertrouwensrelatie op te bouwen.
A
eens
B
oneens

Slide 17 - Quizvraag

8. Actief luisteren bevordert de vertrouwensrelatie.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Actief luisteren bevordert de vertrouwensrelatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Filmpje. 

Slide 20 - Tekstslide


Wat heeft de video te maken met een vertrouwensrelatie?


Slide 21 - Open vraag

Wat heeft de video te maken met een eerste indruk?

Slide 22 - Open vraag

Een vertrouwensrelatie opbouwen
- Transparant werken: wees helder over wat je doet, hoe je het doet, waarom je het doet
- Afstand en nabijheid: persoonlijke betrokkenheid -- persoonlijke band tussen mensen en professionele betrokkenheid -- professional bij een cliënt, er is sprake van afstand

Congruent handelen: overeenkomst tussen lichaamstaal en wat je doet

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht
Maak de volgende opdracht
Opdracht 1: Noteer je eerste indruk (blz. 134)
Opdracht 2: bedenk hoe je kunt werken aan een vertrouwensrelatie (blz. 135)
Opdracht 5: Ga na welke eigenschappen belangrijk zijn voor de vertrouwensrelatie (blz. 139)

 

Slide 24 - Tekstslide

Afbouwen van een vertrouwensrelatie
Tips:
Bouw deze geleidelijk af
Begin op tijd met afscheid nemen en geef de zorgvrager ruimte om afscheid te nemen
Bespreek hoe je afscheid neemt. Laat het niet zo voorbij gaan
Laat de zorgvrager vooruit kijken, naar iets nieuws

Slide 25 - Tekstslide

Vul je begrippenlijst aan : 

Slide 26 - Tekstslide