In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Vertrouwensrelatie
periode 5 les 4.
Slide 1 - Tekstslide
Toets
De toets gaat over 15 vragen, het hoofdstuk bestaat uit 6,5 blz. Echt alles leren!
Woensdag 9 april 2025.
LPVPO24VA 11.45-13.15
Vrijdag 11 april
LPVPO24VB 13.45-15.30
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen
- terugkoppeling vorige periode (gespreksvaardigheden)
- les doelen vandaag
- theorie
- quiz
- opdracht
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen vandaag
- Je kunt de kenmerken van een vertrouwensrelatie benoemen.
- Je kunt uitleggen wat het belang van een vertrouwensrelatie
is.
- Je kunt beschrijven welke eigenschappen noodzakelijk zijn bij
het opbouwen en onderhouden van een vertrouwensrelatie.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is voor jou vertrouwensrelatie?
Slide 5 - Open vraag
Het proces van het opbouwen van een vertrouwensrelatie
- Wat is een vertrouwensrelatie?
- Waarom is een vertrouwensrelatie belangrijk?
- Welk belang heeft dit op je zorgvrager?
Slide 6 - Tekstslide
Hoe kun je werken aan een vertrouwensrelatie en wat moet je ervoor doen?
Slide 7 - Woordweb
Wat is jouw top 5 wat je nodig hebt om een vertrouwensrelatie op te bouwen.
Slide 8 - Open vraag
Wat is een vertrouwensrelatie? (toets)
Een relatie waarin de partners geloven in elkaars betrouwbaarheid.
Slide 9 - Tekstslide
Waarom is een vertrouwensrelatie belangrijk?
Zonder positieve verwachtingen is er een grote kans dat een zorgtraject te veel tijd kost of geen goed resultaat oplevert.
Slide 10 - Tekstslide
Welk belang heeft dit op je zorgvrager? (toets)
Een cliënt moet zich veilig voelen, alleen dan zal hij zichzelf laten zien en informatie geven die nodig is. Hij kan zich dan ontwikkelen en als zorgverlener kun je alleen dan functioneren.
Slide 11 - Tekstslide
Kernmerken van vertrouwen
- De ander eerlijk en oprecht is
- Je doet wat je zegt
- Je kunt op hem rekenen
- Doelen worden bereikt
- Gevoel in goede handen te zijn
Vertrouwen is wederkerig, het komt van 2 kanten
Slide 12 - Tekstslide
Kenmerken van relatie
Professioneel - in een beroepsomgeving
Functioneel - de ander heeft een bepaald doel en heeft jou nodig om dat te bereiken
Slide 13 - Tekstslide
Vertrouwensrelatie
Is gelijkwaardig -- beide verdienen respect ondanks kennisverschil
Niet wederkerig -- jij bent de zorgverlener, de zorgvrager is dit niet voor jou
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen vertrouwen en vertrouwelijk?
- Vertrouwen: relatie tussen cliënt en zorgverlener
- Vertrouwelijk: privacy van de zorgvrager. Alle informatie die niet van belang is voor de zorg of begeleiding blijft tussen jou en de zorgvrager.
Informatie die nodig is voor de zorg of begeleiding deel je alleen met betrokken collega’s.
Slide 15 - Tekstslide
Filmpje
Slide 16 - Tekstslide
Waarom is het aangaan van een vertrouwensrelatie belangrijk?
A
Omdat ik dan mijn geheimen aan de cliënt kwijt kan.
B
Omdat de cliënt dan leuke verhalen tegen mij kan vertellen.
C
Omdat ik de cliënt dan kan laten groeien in zijn ontwikkeling.
D
Omdat de cliënt dan met problemen naar mij toe komt.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is essentiëel bij het aangaan van een vertrouwensrelatie?
A
De ander vertrouwen heeft in jou.
B
Ook vertrouwen hebben in de ander en dit ook uitstralen/geven.
C
Consequent zijn in het handelen.
D
Leuk gevonden worden.
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het allerbelangrijkst om een vertrouwensrelatie met een cliënt op te bouwen?
A
eerste indruk
B
actief luisteren
C
empathie
D
nabijheid
Slide 19 - Quizvraag
Wat zijn positieve gevolgen van een vertrouwensrelatie?
A
Cliënt komt met problemen naar mij toe.
B
Cliënt voelt zich veilig in omgang met mij.
C
Cliënt vindt jouw leuk.
D
Jij vertrouwt de cliënt ook toe met jouw grootste geheimen.
Slide 20 - Quizvraag
Zelfvertrouwen is een voorwaarde om een vertrouwensrelatie op te bouwen.
A
eens
B
oneens
Slide 21 - Quizvraag
8. Actief luisteren bevordert de vertrouwensrelatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Actief luisteren bevordert de vertrouwensrelatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Filmpje
Slide 24 - Tekstslide
Wat heeft de video te maken met een vertrouwensrelatie?
Slide 25 - Open vraag
Wat heeft de video te maken met een eerste indruk?
Slide 26 - Open vraag
Een vertrouwensrelatie opbouwen(toets)
- Transparant werken: wees helder over wat je doet, hoe je het doet, waarom je het doet
- Afstand en nabijheid:persoonlijke betrokkenheid -- persoonlijke band tussen mensen en professionele betrokkenheid -- professional bij een cliënt, er is sprake van afstand (professionele distantie)
Congruent handelen: overeenkomst tussen lichaamstaal en wat je doet
Hiervoor is wel zelfacceptatie of zelfaanvaarding nodig
Slide 27 - Tekstslide
Afstemmen op de cliënt
- taalgebruik en woordkeus
- toon, ritme en tempo
- rekening houden met kwetsbaarheid/weerbaarheid van de
cliënt
- rekening houden met hoeveelheid prikkels
- activiteiten die bij de cliënt passen
Slide 28 - Tekstslide
Onderhouden van een vertrouwensrelatie
moeite voor doen: transparantie, juiste betrokkenheid en afstand, afstemmen en congruentie.
Daarnaast o.a. consequent zijn, compliementen geven, af en toe iets extra's, etc.
Slide 29 - Tekstslide
Afbouwen van een vertrouwensrelatie
Tips:
Bouw deze geleidelijk af
Begin op tijd met afscheid nemen en geef de zorgvrager ruimte om afscheid te nemen
Bespreek hoe je afscheid neemt. Laat het niet zo voorbij gaan
Laat de zorgvrager vooruit kijken, naar iets nieuws